Onderwerpen:
- Wiellager
- Wiellager met ABS-magneetring
- Defecten en storingen
Wiellager:
Een wiellager maakt het mogelijk dat het wiel om zijn as kan draaien. Het wiellager zorgt voor een soepele overbrenging van de beweging tussen de aandrijfas en het fusee. Goed functionerende wiellagers zorgen ervoor dat de wielen met zo min mogelijk weerstand kunnen draaien.
Wiellagers zijn meestal uitgevoerd als hoekcontactlager, groefkogellager of conische rollager (kegellager). De verschillende typen lagers worden op de pagina lagers beschreven.
Het wiellager in de onderstaande afbeelding wordt in het fusee geperst. De naaf wordt in de binnenste ring van het wiellager geperst. Het wiellager verbindt dus de draaiende naaf met het fusee. De aandrijfas zorgt voor de krachtoverbrenging van de transmissie naar het wiel. De buitenste spiebanen van de homokineet worden in de binnenste spiebanen van de naaf geschoven. De aandrijfkrachten van de aandrijfas worden hiermee doorgegeven aan de naaf, waar de remschijf en het wiel worden bevestigd.
Om het lager te vervangen, dient de naaf uit de binnenzijde van het lager geperst te worden. Er kan ook een lagertrekker of een slagtrekker worden gebruikt om de naaf te verwijderen. Het lager zal hierbij altijd beschadigen, dus deze dient na demontage altijd vernieuwd te worden. Wanneer de naaf uit het lager verwijderd is, dient het lager uit het fusee geperst te worden. In de onderstaande afbeelding is een overzicht te zien van de bevestiging van het lager en de naaf. De borgmoer wordt op de as gedraaid en zorgt ervoor dat het lager onder voorspanning gemonteerd zit.
In de onderstaande afbeelding wordt de naaf met een slagtrekker uit het lager getrokken.
Het achtergebleven lager kan met persgereedschap uit de naaf geperst worden. Op de naaf bevindt zich in bijna alle gevallen nog de binnenste ring van het oude lager. Als de oude naaf weer gemonteerd wordt, dient deze ring er nog van afgeslepen of geslagen worden. Er is daarbij wel kans dat de naaf beschadigd wordt als er niet deskundig gewerkt wordt.
Niet alle wiellagers hoeven, of kunnen geperst worden. Er zijn ook zogenaamde cassettes, die met bouten als een geheel op het fusee geschroefd zijn. Voorbeelden hiervan zijn in de onderstaande afbeeldingen te zien.
Om dit type wiellager te vervangen dient bij een aangedreven as de aandrijfas verwijderd te worden (bevestigd met de bout met de blauwe pijl in de afbeelding linksonder) en dienen de bouten van het fusee verwijderd te worden (aangegeven met de twee rode pijlen). Dit zijn vaak vier bouten.
Wiellager met ABS-magneetring:
Tegenwoordig wordt de magneetring van het ABS vaak in het wiellager geïntegreerd. Er is in dat geval geen tandkrans meer aanwezig die normaalgesproken tegen de naaf gemonteerd zit. Een magneto-resistieve sensor (MRE-sensor) oftewel een Hall-sensor, registreert de snelheid van het wiel doordat de magneetjes in de magneetring langs de sensor beweegt. Deze ABS-sensor zendt aan de hand van de snelheid van de magneetring een bloksignaal naar de ABS-regeleenheid.
In vergelijking met het ABS-systeem met inductieve sensor en tandkrans, biedt dit systeem het voordeel dat de snelheid al vanaf 0 km/h gemeten wordt tegenover 5 km/h bij de inductieve sensor. Dit systeem werkt dus al bij lagere voertuigsnelheden.
Het vervangen van een dergelijk wiellager is wel complexer dan bij een lager zonder een ingebouwde magneetring. De magneetring mag bij het plaatsen uiteraard niet beschadigd worden, maar er moet ook goed op de montagerichting gelet worden. Het lager kan vaak op twee manieren gemonteerd worden. Soms wordt de fout gemaakt om het lager andersom te monteren, waardoor de magneetring aan de kant van de remschijf zit. In dat geval zal het lager weer uitgebouwd moeten worden. Daarbij zal het lager opnieuw defect gaan en zal er opnieuw een nieuw lager gebruikt moeten worden.
Om te controleren of de magneetring aan de juiste kant zit, zijn er speciale magneetkaarten die tegen het wiellager gehouden kunnen worden (zie afbeelding).
Defecten en storingen:
Wiellagers kunnen om verschillende redenen defect raken:
- Ouderdom
- Rijden tegen stoepranden
- Te weinig vet door foutieve montage of een lekke keerring
- Sportief rijgedrag
- Rijden door industriële gebieden waar ijzererts liggen en daarbij ijzerslijpsel in het lager terecht kan komen
Een defect wiellager men herkennen aan een gonzend geluid dat toeneemt bij hogere voertuigsnelheden. Het gozende geluid moet niet worden verward met gecupte banden. Het geluid bij een defect wiellager verandert vaak bij het nemen van bochten. Als er bijvoorbeeld een wiellager aan de linker zijde van het voertuig defect is, zal het geluid harder zijn als de linker wielen meer belast worden. Dat gebeurt als er naar rechts gestuurd wordt; er ontstaan dan meer dwarskrachten en gewichten op de linker wielen. Bij het naar links sturen zullen de rechter wielen meer belast worden, waardoor het geluid minder wordt. Wanneer het geluid niet verandert bij bochten naar links of naar rechts sturen, is de kans groter dat er cupvorming aan de banden aanwezig is.
In de video is het geluid van een defect wiellager duidelijk waarneembaar.
Een ander defect dat aan wiellagers kan optreden is speling. De speling kan gevoeld worden door het wiel op te krikken, de band aan de wangen vast te pakken en heen en weer te bewegen (zie afbeelding).