LEES DEZE INSTRUCTIES EERST GOED DOOR VOORDAT JE BEGINT:
- lees de gestelde vraag en alle antwoorden aandachtig door en klik daarna op het vraagteken bij het meest juiste antwoord - indien fout beantwoord dien je alsnog een tweede antwoord te geven om te controleren wat dan wel het juiste antwoord is - de toets is beëindigd wanneer de tekst "Je bent klaar met deze toets." verschijnt - scroll hierna naar de bovenzijde van het scherm waar "Aantal goed beantwoorde vragen..." staat vermeld (druk eventueel op functieknop "F5" om daarna een nieuwe toets te maken)
Er vindt een meting plaats waarbij de meter parallel staat geschakeld. De meter welke nu wordt gebruikt is een:
voltmeter
ampèremeter
ohm-meter
Er vindt een meting plaats waarbij de meter in serie staat geschakeld. De meter welke nu wordt gebruikt is een:
voltmeter
ampèremeter
ohm-meter
Om een gelijkspanning of gelijkstroom te meten moet de meter in de volgende stand worden gezet:
AC
DC
UC
Er vindt een meting plaats waarbij minimaal 1 aansluiting van de verbruiker is losgenomen. De meter welke nu wordt gebruikt is een:
voltmeter
ampèremeter
ohm-meter
Om een wisselspanning of wisselstroom te meten moet de meter in de volgende stand worden gezet:
AC
DC
UC
Bij een meting met een voltmeter wordt deze in serie met de verbruiker aangesloten. Het gevolg hiervan is:
dat de verbruiker niet meer werkt
dat er kortsluiting ontstaat
dat de meter de klemspanning op de verbruiker aangeeft
Bij een meting met een voltmeter wordt deze parallel over de verbruiker aangesloten. Het gevolg hiervan is:
dat de verbruiker niet meer werkt
dat er kortsluiting ontstaat
dat de meter de klemspanning op de verbruiker aangeeft
Bij een meting met een ampèremeter wordt deze parallel over de verbruiker aangesloten. Het gevolg hiervan is:
dat de verbruiker niet meer werkt
dat er kortsluiting ontstaat
dat de meter de stroomsterkte door de verbruiker aangeeft
Een moderne stroomtang meet de stroomsterkte door een draad met behulp van een:
Hall-sensor
inductieve sensor
reed-sensor
Bij een analoge voltmeter is de inwendige weerstand:
afhankelijk van het ingestelde meetbereik
ongeveer 10 Mega-ohm
zo laag mogelijk gehouden
Bij een digitale voltmeter is de inwendige weerstand:
afhankelijk van het ingestelde meetbereik
ongeveer 10 Mega-ohm
zo laag mogelijk gehouden
Bij een ampèremeter is de inwendige weerstand:
afhankelijk van het ingestelde meetbereik
ongeveer 10 Mega-ohm
zo laag mogelijk gehouden
Om met een digitale voltmeter een snel veranderende spanning te kunnen meten is deze voorzien van een:
bargraph
parallax
display met een hoge frequentie
De absolute meetfout van een analoge voltmeter:
wordt bepaald door de fabrikant en is aangegeven in een klasse
is het kleinst wanneer de meter in een zo laag mogelijk meetbereik wordt gezet
is onafhankelijk van de stand waarin de meter tijdens het meten wordt gehouden
De relatieve meetfout van een analoge voltmeter:
wordt bepaald door de fabrikant en is aangegeven in een klasse
is het kleinst wanneer de meter in een zo laag mogelijk meetbereik wordt gezet
is afhankelijk van de stand waarin de meter tijdens het meten wordt gehouden
Een analoge voltmeter staat in het meetbereik 20 Volt en heeft een klasse van 1,5. Met deze meter wordt een werkelijk aanwezige spanning gemeten van 13,5 Volt. De voltmeter kan nu de volgende mogelijke meetwaarden aangeven:
maximaal 13,8 Volt en minimaal 13,2 Volt
maximaal 13,7 Volt en minimaal 13,3 Volt
maximaal 13,9 Volt en minimaal 13,1 Volt
Een analoge voltmeter staat in het meetbereik 20 Volt en heeft een klasse van 2,5. Met deze meter wordt een werkelijk aanwezige spanning gemeten van 12,8 Volt. De voltmeter kan nu de volgende mogelijke meetwaarden aangeven:
maximaal 13,3 Volt en minimaal 12,3 Volt
maximaal 13,1 Volt en minimaal 12,5 Volt
maximaal 13,3 Volt en minimaal 12,5 Volt
Een analoge voltmeter staat in het meetbereik 20 Volt en heeft een klasse van 3,0. Met deze meter wordt een werkelijk aanwezige spanning gemeten van 13,3 Volt. De absolute meetfout van deze voltmeter bedraagt:
± 0,6 Volt
± 0,4 Volt
± 0,5 Volt
Een analoge voltmeter staat in het meetbereik 20 Volt en heeft een klasse van 2,5. Met deze meter wordt een werkelijk aanwezige spanning gemeten van 13,3 Volt. De absolute meetfout van deze voltmeter bedraagt:
± 0,6 Volt
± 0,4 Volt
± 0,5 Volt
Een analoge voltmeter staat in het meetbereik 20 Volt en heeft een klasse van 3,0. Met deze meter wordt een werkelijk aanwezige spanning gemeten van 13,3 Volt. De relatieve meetfout van deze voltmeter bedraagt:
4,5 %
3,0 %
0,6 %
Een analoge voltmeter staat in het meetbereik 20 Volt en heeft een klasse van 1,5. Met deze meter wordt een werkelijk aanwezige spanning gemeten van 1,5 Volt. De relatieve meetfout van deze voltmeter bedraagt:
1,5 %
20,0 %
2,25 %
Op de wijzerplaat van een analoge meter staat het onderstaande symbool. Dit symbool betekent dat:
de meter in de horizontale stand afgelezen dient te worden
de meter is uitgevoerd met een permanente magneet
de meter ingesteld staat in de meetstand gelijkspanning
Op de wijzerplaat van een analoge meter staat het onderstaande symbool. Dit symbool betekent dat:
de meter in de verticale stand afgelezen dient te worden
de meter is uitgevoerd met een permanente magneet
de meter ingesteld staat in de meetstand gelijkspanning
Op de wijzerplaat van een analoge meter staat het onderstaande symbool. Dit symbool betekent dat:
de proefspanning van deze meter 500 Volt bedraagt
deze meter ingesteld staat in een meetbereik voor een hoge spanning
deze meter in elke stand afgelezen kan worden
Op de wijzerplaat van een analoge meter staat het onderstaande symbool. Dit symbool betekent dat:
de proefspanning van deze meter 5 kV bedraagt
de inwendige weerstand van deze meter 5 k-ohm bedraagt
de meter uitgevoerd is met een draaispoelmeter
Een groot nadeel van een analoge voltmeter ten opzichte van een digitale voltmeter is:
de belasting op de schakeling waarin gemeten wordt
dat licht variërende spanningen niet goed af te lezen zijn
dat deze altijd een inwendige spanningsbron nodig heeft
Om de parallaxfout bij een analoge meter te minimaliseren kan deze voorzien zijn van een:
spiegelschaal
nul-instelling
meetbereik "milli-ohm"
Met de onderstaande meter wordt een werkelijke gelijkspanning gemeten van 8,5 Volt. De meting vindt een keer plaats in het meetbereik 10 Volt en een keer in het meetbereik 50 Volt. De relatieve en absolute meetfout in beide meetbereiken is:
meetfout in het meetbereik 10 Volt; - absolute meetfout = 0,3 Volt - relatieve meetfout = 3,5 % meetfout in het meetbereik 50 Volt: - absolute meetfout = 1,5 Volt - relatieve neetfout = 17,6 %
meetfout in het meetbereik 10 Volt; - absolute meetfout = 0,25 Volt - relatieve meetfout = 3,0 % meetfout in het meetbereik 50 Volt: - absolute meetfout = 0,25 Volt - relatieve neetfout = 3,0 %
meetfout in het meetbereik 10 Volt; - absolute meetfout = 1,5 Volt - relatieve meetfout = 17,6% meetfout in het meetbereik 50 Volt: - absolute meetfout = 41,5 Volt - relatieve neetfout = 17,0 %
Een multimeter geeft van een gemeten wisselspanning / stroom de:
effectieve waarde van de top-waarde aan
gemiddelde waarde van de amplitude aan
maximale waarde van de toptop-waarde aan
Een batterij is bij een analoge multimeter noodzakelijk om:
de meter als ohm-meter te kunnen gebruiken
de meter te kunnen laten werken
de meter als volt- en ampèremeter te kunnen gebruiken
Een batterij is bij een digitale multimeter noodzakelijk om:
de meter als ohm-meter te kunnen gebruiken
de meter te kunnen laten werken
de meter als volt- en ampèremeter te kunnen gebruiken
De afgebeelde draaiknop van een multimeter is van een:
manual range meter
auto range meter
adjust range meter
De afgebeelde draaiknop van een multimeter is van een:
manual range meter
auto range meter
adjust range meter
Op een analoge ohm-meter bevindt zich een draaiknop om de ohm-meter op nul ohm te calibreren. Het calibreren is noodzakelijk omdat:
de stroomsterkte door de draaispoelmeter bij nul ohm gelijk moet blijven
de afwijking van de meter dan uitgesloten wordt van de meting
de weerstand van de meetdraden op deze manier op nul ohm wordt gecalibreerd
Een digitale multimeter geeft de onderstaande aanwijing aan in het display. De betekenis hiervan is:
dat de meetwaarde te hoog is om in het display aan te kunnen geven
dat het meetbereik van de meter in een te hoge stand staat
dat de meetpennen van de volt of ampèremeter verkeerd zijn aangesloten
Een digitale multimeter geeft het volgende aan wanneer de meter in of uit de meetstand:
ampère wordt gezet
volt wordt gezet
ohm wordt gezet
Het afgebeelde display is van een multimeter met een:
3½ digit display
3¼ digit display
3¾ digit display
De draaispoelmeter van een analoge multimeter (MA 1H) heeft de volgende specificaties: - R draaipsoelmeter = 1280 ohm. - in het meetbereik 500 mA is het spanningsverschil over de meter 1,3 Volt Wanneer deze meter in het meetbereik 500 mA wordt gezet zal er een shuntweerstand ingeschakeld worden van:
2,599 ohm
2,598 ohm
2,600 ohm
Afgebeeld is een deel van de inwendige schakeling van een digitale multimeter. Het draadbruggetje aangegeven met de rode pijl dient ervoor als:
meetweerstand voor de ampèremeter
beveiliging wanneer een verkeerd meetbereik wordt gekozen
calibratieweerstand om de ohm-meter automatisch op nul te calibreren
Met een multimeter wordt het volgende gemeten. Er vindt nu de volgende meting plaats:
drempelspanning van een diode in doorlaatrichting meten
spanningsverlies in een willekeurig circuit meten
meting van een gelijkspanning over een hoog-ohmige weerstand
Wanneer een analoge meter als ohm-meter wordt geschakeld:
zal de polariteit van de meetpennen omkeren
dient de meter gecalibreerd te worden waarbij de meetpennen elkaar niet mogen raken
mogen beide meetpennen tijdens het meten niet met elkaar in aanraking komen
Bij een digitale multimeter met een 3¾ display is de maximale waarde van het meest linkse digit:
1
2
3
Bij een digitale multimeter met een 3½ display is de maximale waarde van het meest linkse digit:
1
2
3
Afgebeeld is een deel van een display van een digitale multimeter. Eén cijfer (0 t/m 9) wordt op het display getoond met:
7 segmenten
7 digits
7 lcd's
Om een V4-meting te kunnen verrichten dienen:
4 parallel-metingen verricht te worden
2 serie en 2 parallel-metingen verricht te worden
4 serie-metingen verricht te worden
Om een V4-meting te verrichten worden de meetdraden van een digitale voltmeter met 4 meter verlengd. Dit verlengen is noodzakelijk om de V4-meting te kunnen verrichten tusen de aansluiting:
plus accu en plus verbruiker of min accu en min verbruiker
plus accu en min verbruiker of min accu en plus verbruiker
plus en min van de verbruiker of plus en min van de accu
In onderstaande schakeling wordt een meting verricht met een analoge voltmeter. De voltmeter staat in het meetbereik 15 Volt en heeft een inwendige weerstand van 21 kilo-ohm per Volt. De aanwijzing van de voltmeter bedraagt:
9,0 Volt
7,3 Volt
5,7 Volt
Op een analoge multimeter bevindt zich een klein schroefje aan de onderzijde van de wijzerplaat. Met dit schroefje is het mogelijk om:
de ohm-meter op oneindig te kunnen calibreren
de polariteit van de meetpennen bij gebruik van de ohmmeter om te keren
de spiegelplaat in de juiste stand te kalibereren om afleesfouten te beperken
In onderstaande schakeling wordt een tweetal meting verricht met een analoge voltmeter. (niet tegelijkertijd) De voltmeter V2 staat in het meetbereik 15 Volt en heeft een inwendige weerstand van 21 kilo-ohm per volt. De aanwijzing van de voltmeter V2 bedraagt:
9,0 Volt
7,3 Volt
4,7 Volt
In onderstaande schakeling wordt een tweetal meting verricht met een analoge voltmeter. (niet tegelijkertijd) De voltmeter V1 staat in het meetbereik 5 Volt en heeft een inwendige weerstand van 20 kilo-ohm per volt. De aanwijzing van de voltmeter V1 bedraagt:
3,0 Volt
1,7 Volt
10,3 Volt
In onderstaande schakeling wordt tegelijkertijd een tweetal meting verricht met twee analoge voltmeters. De voltmeter V1 staat in het meetbereik 5 Volt en heeft een inwendige weerstand van 20 kilo-ohm per volt. De voltmeter V2 staat in het meetbereik 15 Volt en heeft een inwendige weerstand van 21 kilo-ohm per volt. De aanwijzing van de voltmeters V1 en V2 bedragen:
V1 = 2,9 Volt V2 = 9,1 Volt
V1 = 1,7 Volt V2 = 10,3 Volt
V1 = 4,7 Volt V2 = 7,3 Volt
Een monteur sluit een auto-range digitale voltmeter in serie aan met de ingeschakelde achterruitverwarming. Het gevolg zal zijn dat de:
voltmeter de installatie-spanning zal aangeven
voltmeter "Over Load" zal aangeven
zekering van de voltmeter zal doorsmelten
Een monteur sluit een digitale multimeter aan zoals afgebeeld. Het gevolg zal zijn dat de:
multimeter onherstelbaar zal beschadigen
zekering in de meter door zal smelten
de meter "OL" in het display aan zal geven
Een monteur verricht een V4-meting met een digitale meter waarbij de meetdraden zijn verlengd met 4 meter. De spanningsverliezen in de verlengde meetdraden:
zijn zeer laag door de geringe stroomsterkte welke door de draden loopt
zijn overal even hoog waardoor het automatisch wordt opgeheven
worden niet door de meter geregistreerd zodat het niet uitmaakt
De definitie van een "digitaal" signaal is; tussen 2 meetwaarden kunnen zich:
theoretisch oneindig veel overige meetwaarden bevinden
een beperkt aantal meetwaarden bevinden
geen overige meetwaarde bevinden
De definitie van een "analoog" signaal is; tussen 2 meetwaarden kunnen zich:
theoretisch oneindig veel overige meetwaarden bevinden
een beperkt aantal meetwaarden bevinden
geen overige meetwaarde bevinden
Een "RMS" multimeter zal alleen de juiste effectieve meetwaarde aangeven wanneer het gemeten signaal uit:
een zuiver symmetrisch sinus-vormig signaal bestaat
een zuiver symmetrisch zaagtand-vormig signaal bestaat
een zuiver symmetrisch blok-vormig signaal bestaat
Het verschil tussen een "TUE RMS"- en "RMS"-multimeter is dat een "TRUE RMS"-meter de:
effectieve meetwaarde zal aangeven van alle gemeten signalen
meest nauwkeurige meetwaarde van een sinus-vormig signaal zal aangeven
werkelijke top-waarde van het signaal zal aangeven
De effectieve waarde van een signaal wordt als volgt berekend:
Ueffectief = √2 : ½ x Utop
Ueffectief = Utop : ½ x √2
Ueffectief = ½ x √2 x Utop
De top-waarde van een effectief signaal wordt als volgt berekend:
Utop = Ueffectief : (√2 x ½)
Utop = Ueffectief x (½ x √2)
Utop = Ueffectief : (√2 : ½)
Van een digitale multimeter, uitgevoerd met een 3½ digit display, is de onderstaande tabel gegeven. De meter wordt in het meetbereik auto-range Volt gezet. Een werkelijk aanwezig spanning van 12,400 Volt zal door de meter aangegeven kunnen worden als:
maximaal = 12,464 Volt, minimaal = 12,336 Volt
maximaal = 12,48 Volt, minimaal = 12,32 Volt
maximaal = 12,44 Volt, minimaal = 12,34 Volt
Een werkelijke meetwaarde van 14,68234 Volt wordt door de volgende digitale meters als volgt aangegeven:
3½ digit display geeft 14,68 Volt aan, 3¾ digit display geeft 14,68 Volt aan, 4 digit display geeft 14,68 Volt aan
3½ digit display geeft 14,68 Volt aan, 3¾ digit display geeft 14,682 Volt aan, 4 digit display geeft 14,6823 Volt aan
3½ digit display geeft 14,7 Volt aan, 3¾ digit display geeft 14,69 Volt aan, 4 digit display geeft 14,682 Volt aan
In de specificaties van een digitale multimeter staat; "4000 counts". De betekenis hiervan is dat de meter:
4000 samples per seconde uitvoert
overschakelt op een hoger meetbereik bij een grotere aanwijzing dan 39.99
dan uitgevoerd is met een display met 4,000 digits
In de specificaties van een digitale multimeter staat "4000 counts". Het display van deze meter is uitgevoerd als een:
3½ digit display
3¾ digit display
3¼ digit display
In de specificaties van een digitale multimeter staat "2000 counts". Het display van deze meter is uitgevoerd als een:
3½ digit display
3¾ digit display
3¼ digit display
In de specificaties van een digitale multimeter staat "2000 counts". In het meetbereik 20 Volt bedraagt de maximale resolutie van deze meter:
10 mV
1 mV
100 mV
In de specificaties van een digitale multimeter staat "2000 counts". In het meetbereik 2 Volt bedraagt de maximale resolutie van deze meter:
10 mV
1 mV
100 mV
In de specificaties van een digitale multimeter staat "4000 counts". In het meetbereik 200 Volt bedraagt de maximale resolutie van deze meter:
10 mV
1 mV
100 mV
Een functie welke wel op een digitale multimeter maar niet op een analoge multimeter kan voorkomen is de functie:
data-hold
diodetest
dB-meting
Een spanning is voor een mens gevaarlijk wanneer deze groter is dan:
30 Volt AC-RMS of 60 Volt DC
25 Volt AC-RMS of 50 Volt DC
20 Volt AC-RMS of 40 Volt DC
Voor elke meting dien je met de gebruikte multimeter eerst een continuïteits-meting uit te voeren. Het doel hiervan is om:
meetfouten als gevolg van afwijkingen in de meetkabels te voorkomen
te controleren of de batterij nog voldoende geladen is
om eventuele spanningen in de schakeling te ontladen
Om het staafdiagram op het display zo goed mogelijk een analoog signaal te laten volgen:
de sample-frequentie van het staafdiagram hoger dan van de digits
het signaal naar het staafdiagram altijd direct gekoppeld aan de meetpennen
is het staafdiagram opgebouwd uit zoveel mogelijk "punjtes"
De basis van een analoge meter is opgebouwd uit:
een elektromagneet en een permanente magneet
twee elektromagneten
twee permanente magneten
De most significant digit van een 3½ digit display kan zijn:
0 of 1
0, 1, 2 of 3
0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, of 9
De least significant digit van een 3½ digit display kan zijn:
0 of 1
0, 1, 2 of 3
0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, of 9
Een monteur gebruikt de "doorpiep" meting van een multimeter om zekeringen te controleren zonder ze te demonteren. Deze manier van werken is:
niet betrouwbaar omdat niet duidelijk is welk circuit wordt doorgemeten
een goede manier om defecte zekeringen op te sporen
wel mogelijk maar alleen wanneer de voedingsspanning is uitgeschakeld
Een spoel heeft een weerstand van 0,5 ohm ± 0,05 ohm. Wanneer je deze spoel doormeet met een "normale" digitale ohm-meter zal deze minimaal ongeveer:
0,65 ohm aangeven
0,45 ohm aangeven
0,55 ohm aangeven
Een monteur heeft een V4-meting uitgevoerd met de volgende uitkomsten: V1 = 11,85 Volt, V2 = 0,35 Volt, V3 = 11,75 Volt, V4 = 0,65 Volt. De verrichtte metingen:
zijn goed uitgevoerd aangezien V3 vrijwel gelijk is aan V1
zijn niet juist uitgevoerd aangezien V1 = V2 + V3 + V4 niet helemaal klopt
kunnen kloppen wanneer de metingen verricht zijn met een analoge meter
Een monteur heeft een V4-meting uitgevoerd met de volgende uitkomsten: V1 = 11,90 Volt, V2 = 0,00 Volt, V3 = 11,90 Volt, V4 = 0,00 Volt. De verrichtte metingen wijzen erop dat:
er ergens een onderbreking aanwezig is in het circuit
de verbruiker volgens deze metingen prima werkt
er massa-sluiting aanwezig is
De digits van een "normale" digitale multimeter worden tussen de:
1 en 5 keer per seconde ge-update
5 en 25 keer per seconder ge-update
25 en 50 keer per seconde ge-update
Het "analoge" staafdiagram van een "normale" digitale multimeter wordt tussen de:
1 en 5 keer per seconde ge-update
5 en 25 keer per seconde ge-update
25 en 50 keer per seconde ge-update
Het gemeten signaal op de meetpennen wordt in een digitale multimeter gedigitaliseerd met behulp van een:
Analoog naar Digitaal omzetter
Schmitt Trigger
Microprocessor
Een digitale multimeter werkt volgens het pricipe van een:
differentiaal meting
translineaire meting
demodulatie meting
De AC-stand van een multimeter kan gebruikt worden voor het meten aan een:
inductieve krukaspositie-sensor
Hall-nokkenaspositie-sensor
gaskleppositie-sensor
De meter welke de grootste belasting veroorzaakt voor een elektrische schakeling is een:
analoge voltmeter
digitale ampèremeter
contactloze stroomtang
Een clandestiene verbruiker dient opgespoord te worden met een:
ampèremeter
ohm-meter
voltmeter
De crest-factor van een mutlimeter is de verhouding tussen de:
top-waarde en de RMS-waarde
amplitude en de effectieve waarde
TRMS-waarde en de toptop-waarde
Een shunt in een multimeter is een:
laag-ohmige weerstand welke als stroommeetweerstand wordt gebruikt
weerstand welke in serie wordt geschakeld bij gebruik als voltmeter
spanningsval-weerstand welke alleen in een analoge meter wordt toegepast
Een shunt wordt in een multimeter gebruikt wanneer deze in de meeteenheid:
ampère staat geschakeld
volt staat geschakeld
ohm staat geschakeld
Om de isolatieweerstand te controleren is een:
mega-ohmmeter (of megger) noodzakelijk
milli-ohmmeter noodzakelijk
micro-ohmmeter noodzakelijk
Metingen welke met een milli-ohmmeter worden uitgevoerd zijn:
vierpuntsmetingen
tweepuntsmetingen
zespuntsmetingen
In het onderstaande schema bevindt zich een kortsluting, aangegeven met A, waardoor zekering F4 is doorgebrand. De aangesloten ohm-meter zal:
ongeveer 1,5 ohm aangeven
OL aangeven
ongeveer 5,5 ohm aangeven
Om de opgenomen startstroom naar de startmotor te meten moet de stroomtang:
in de pluskabel van de accu worden geplaatst
in de minkabel van de accu worden geplaatst
in de pluskabel of minkabel van de accu worden geplaatst
In het onderstaande schema is het dimlicht van E15 doorgebrand. De aangesloten ohm-meter zal:
ongeveer 1,5 ohm aangeven
OL aangeven
ongeveer 0,3 ohm aangeven
Een digitale voltmeter heeft een inwendige weerstand van 10 M-ohm. Wanneer met deze meter de accuspanning (Ubron = 12,2 Volt, Ri = 0,08 ohm) wordt gemeten zal er een spanningsverlies in de accu ontstaan van:
64,01 micro-volt
15,25 milli-volt
9,76 nano-volt
De voltmeter waarbij de aanwiijzing (wijzer of display) van energie wordt voorzien door het te meten circuit is een:
analoge meter
digitale meter
analoge en digitale meter
Op een multimeter bevindt zich het onderstaande symbool. De betekenis ervan is:
gelijkspanning of DC
wisselspanning of AC
frequentie of Hz
Wanneer de meetkabels van een digitale voltmeter worden verwisseld zal de meter:
een negatieve waarde aangeven
OL aangeven
hoogstwaarschijnlijk defect raken
In de onderstaande schakeling wordt de startstroom gemeten met een stroomtang. Volgens de fabrieksgegevens zou de startstroom ongeveer 90 Ampère moeten bedragen. De stroomtang zal in het display:
ongeveer 180 Ampère aangeven
ongeveer 90 Ampère aangeven
ongeveer 0 Ampère aangeven
In de onderstaande schakeling wordt de startstroom gemeten met een stroomtang. Volgens de fabrieksgegevens zou de startstroom ongeveer 90 Ampère moeten bedragen. De stroomtang zal in het display:
ongeveer 180 Ampère aangeven
ongeveer 90 Ampère aangeven
ongeveer 0 Ampère aangeven
In de onderstaande afbeelding is een "Break Out Box" afgebeeld. Elke uitgang is voorzien van een serieweerstand van 10 kilo-ohm om:
eventuele kortsluiting van sensoren of actuatoren te voorkomen
de invloed van de meter op de schakeling zo klein mogelijk te houden
eenvoudiger storingen te kunnen simuleren met de Break Out Box
Eén nano-volt komt overeen met:
0,000000001 Volt
0,000001 Volt
0,001 Volt
Eén micro-volt komt overeen met:
0,000000001 Volt
0,000001 Volt
0,001 Volt
De onderstaande aanwijzing van een analoge meter:
wordt verkeerd afgelezen
geeft ongeveer 9 Volt AC aan
geeft ongeveer 8,5 Volt DC aan
De onderstaande aanwijzing van een analoge meter:
wordt verkeerd afgelezen
geeft ongeveer 9 Volt AC aan
geeft ongeveer 8,5 Volt DC aan
Afgebeeld is een draaischakelaar van een digitale multimeter. Om een gelijkspanning van 0,15 Volt zo nauwkeurig mogelijk aan te laten geven dient de draaischakelaar in de stand:
200mV DC te worden gezet
2 V AC te worden gezet
20 V DC te worden gezet
Afgebeeld is een draaischakelaar van een digitale multimeter. Om een wisselspanning van 0,15 Volt zo nauwkeurig mogelijk aan te laten geven dient de draaischakelaar in de stand:
200mV DC te worden gezet
2 V AC te worden gezet
20 V DC te worden gezet
Verantwoording
Techniek wordt niet door het onderwijs uitgevonden. Wanneer docenten in de motorvoertuigentechniek lesstof samenstellen dan
bestaat dat vaak aan het aan elkaar schrijven, technisch selecteren en herschrijven van diverse publicaties. Slechts in
beperkte mate draagt eigen onderzoek bij aan de inhoud. Waar bekend wordt de bron vermeld, maar een aantal onderwerpen / afbeeldingen
komen uit teksten waarvan de oorsprong moeilijk meer te achterhalen is. Mocht u desalniettemin zaken tegen komen waaraan u denkt
rechten te kunnen ontlenen dan verzoeken wij u contact op te nemen met de
projectcoördinator
/ webmaster.
Wij zullen deze onderwerpen dan zo snel mogelijk aanpassen.
Wij hopen echter dat u de Timloto-initiatieven van open
en gratis lesmateriaal wilt blijven ondersteunen.