LEES DEZE INSTRUCTIES EERST GOED DOOR VOORDAT JE BEGINT:
- lees de gestelde vraag en alle antwoorden aandachtig door en klik daarna op het vraagteken bij het meest juiste antwoord - indien fout beantwoord dien je alsnog een tweede antwoord te geven om te controleren wat dan wel het juiste antwoord is - de toets is beëindigd wanneer de tekst "Je bent klaar met deze toets." verschijnt - scroll hierna naar de bovenzijde van het scherm waar "Aantal goed beantwoorde vragen..." staat vermeld (druk eventueel op functieknop "F5" om daarna een nieuwe toets te maken)
Het inlaatvolume is altijd groter dan het uitlaatvolume omdat:
het inlaatmengsel zo weinig mogelijk weerstand mag ondervinden
de uitlaatklep anders te heet wordt
de uitlaatgassen anders te snel uit de cilinder zou verdwijnen
Voordelen van een distributieriem ten opzichte van een distributieketting zijn:
minder rek; eenvoudige constructie; geruisloos
geruisloos; grotere afstand overbruggen; sterker
langere levensduur; eenvoudig te vervangen; geen smering nodig
De openingsduur van de kleppen wordt bepaald door:
de nokvorm
de nokhoogte
de basiscirkel van de nok
Wanneer de veerkracht van een klep te klein is, dan zal de:
klep eerder gaan zweven
klep korter maximaal open staan
lichthoogte van de klep afnemen
De klepgeleider is vaak uitgevoerd van gietijzer omdat dit materiaal:
goede zelfsmerende eigenschappen heeft
de warmte beter kan geleiden
minder uitzet wanneer het wordt verwarmd
Een motor met meerkleppentechniek:
kan een hoger maximaal toerental draaien
heeft altijd grotere inlaatkleppen ten opzichte van de uitlaatkleppen
heeft altijd natrium gevulde kleppen
Een 4-takt motor is uitgevoerd met 2 inlaatkleppen. Elke cilinder kan dan uitgevoerd zijn met:
1 of 2 uitlaatkleppen
1 of 3 uitlaatkleppen
2 of 3 uitlaatkleppen
Een 4-takt motor is uitgevoerd met 2 uitlaatkleppen. Elke cilinder kan dan uitgevoerd zijn met:
1 of 2 inlaatkleppen
1 of 3 inlaatkleppen
2 of 3 inlaatkleppen
Bij sommige motoren wordt de klepspeling afgesteld met behulp van:
vulplaatjes
komstoters
klepspietjes
Om een klep gelijkmatig te verwarmen moet de klep:
verdraaid worden
lang gesloten blijven
goed gekoeld worden
Wanneer de klepspeling te groot is dan zullen:
de in- en uitlaatperiodes korter worden
de kleppen eerder geopend worden
de kleppen langer open blijven staan
Wanneer de klepspeling te klein is dan:
kunnen de kleppen verbranden
zal de nokkenas inslaan
zal de klepoverlap minder worden
Een door natrium gekoelde klep is te herkennen aan de:
diameter van de klepsteel
lengte van de klepsteel
diameter van de klepschotel
Een kettingspanner zorgt ervoor dat de:
ketting strak blijft staan ook na slijtage
kleptiming niet verandert door slijtage van de ketting
ketting gedemonteerd kan worden
Het sluitvlak van de klepzittingen wordt geslepen onder een hoek van:
45 graden
60 graden
30 graden
Voordelen van een motor met hydraulische klepstoters zijn:
minder onderhoud; geruislozer; motor kan een hoger toerental draaien
Dubbele klepveren worden toegepast om:
zweven van de kleppen bij hoge motortoerentallen te voorkomen
veerbreuk te voorkomen
de kleppen eerder te laten sluiten
Wanneer de ketting van de distributie versleten is, dan zullen de kleppen:
later openen en later sluiten
later openen en eerder sluiten
eerder openen en later sluiten
Het sluiten van de inlaatklep na het onderste dode punt heeft als doel:
betere cilindervulling door de massatraagheid van het aangezogen mengsel
benutting van snelheid uitlaatgassen om vers mengsel aan te zuigen
kleinere tegendruk op zuiger veroorzaken
Het sluiten van de uitlaatklep na het bovenste dode punt heeft als doel:
betere cilindervulling door de massatraagheid van het aangezogen mengsel
benutting van snelheid uitlaatgassen om vers mengsel aan te zuigen
kleinere tegendruk op zuiger veroorzaken
Het openen van de uitlaatklep voor het onderste dode punt heeft als doel:
betere cilindervulling door de massatraagheid van het aangezogen mengsel
benutting van snelheid uitlaatgassen om vers mengsel aan te zuigen
kleinere tegendruk op zuiger veroorzaken
Losse klepzittingen moeten gemonteerd worden in:
lichtmetalen cilinderkoppen
alle vloeistofgekoelde motoren
gietijzeren cilinderkoppen
Een verkeerde afstelling van de nokkenas beïnvloedt de:
vullingsgraad
openingsduur van de kleppen
snelheid waarmee de kleppen openen en sluiten
De diameter(s) van de inlaatklep(pen) is meestal kleiner dan de diameter(s) van de uitlaatklep(pen) wanneer de motor is uitgevoerd met:
3 inlaatkleppen en 2 uitlaatkleppen per cilinder
1 inlaatklep en 2 uitlaatkleppen per cilinder
2 inlaatkleppen en 2 uitlaatkleppen per cilinder
De lichthoogte van de kleppen wordt bepaald door:
de nokhoogte
de nokvorm
de diameter van de basiscirkel
Als we aannemen dat er verschil is tussen de speling van de inlaatklep en de uitlaatklep, dan moet bij koude motor de:
uitlaatklep meer speling hebben omdat deze heter wordt
inlaatklep minder speling hebben om aan een juiste klepoverlap te kunnen komen
uitlaatklep minder speling hebben om de verbrande gassen snel af te voeren
De overbrengverhouding van de krukas naar de nokkenas bedraagt:
2 : 1
1 : 2
0,5 : 1
Een klep welke door natrium wordt gekoeld is een:
uitlaatklep
inlaatklep
uitlaat- of inlaatklep
De compressieslag begint later wanneer de:
inlaatklep later sluit
inlaatklep eerder opent
inlaatklep later opent
Wanneer de inlaatklep later opent zal de:
cilinderrvulling afnemen
klepopverlap groter worden
compressieslag later beginnen
Het tuimelen van de kleppen vindt plaats tussen de:
compressie- en arbeidsslag
uitlaat en -inlaatslag
arbeids- en uitlaatslag
Wanneer de uitlaatklep eerder opent zal de:
cilinderrvulling afnemen
klepopverlap groter worden
arbeidsslag eerder beëindigd zijn
Eén volledige arbeidscyclus van een 4-takt motor vindt plaats in:
2 krukas-omwentelingen
2 nokkenas-omwentelingen
2 distributie-omwentelingen
Het grootste nadeel van een distributieriem ten opzichte van een ketting of tandwielen is dat deze:
het minst betrouwbaar is
altijd een spanner nodig heeft
regelmatig onderhoud nodig heeft
Een motor is uitgevoerd met 2 bovenliggende nokkenassen. De overbrengverhouding tussen de beide nokkenassen is:
1 : 1
1 : 2
2 : 1
Aan het einde van de uitlaatslag staat:
zowel de uitlaatklep als de inlaatklep open
de uitlaatklep open
inlaatklep open
Klepoverlap vindt plaats in het:
Bovenste Dode Punt
Bovenste en Onderste Dode Punt
Onderste Dode Punt
Uit een kleppendiagram is te bepalen:
wanneer de werkelijke compressieslag begint
wat de lichthoogte is van de kleppen
of de motor is uitgevoerd met hydraulische klepstoters
Met de inwendige EGR van een motor wordt bedoelt:
de klepoverlap van een motor
bij hoeveel graden na BDP de uitlaatklep sluit
de kleptiming van de motor
Om het zweven van de kleppen te voorkomen zijn deze vaak:
voorzien van dubbele klepveren
voorzien van kleprotators
voorzien van roltuimelaars
Een motor welke is uitgevoerd met een hoogliggende nokkenas wordt ook wel een:
OHC-motor genoemd
OHV-motor genoemd
CIH-motor genoemd
De afgebeelde motor is uitgevoerd met:
indirecte klepbediening
directe klepbediening
desmodromische klepbediening
De draairichting van de nokkenas in de onderstaande afbeelding is:
rechtsom
linksom
niet te bepalen
De draairichting van de nokkenas in de onderstaande afbeelding is:
rechtsom
linksom
niet te bepalen
Een koelvloeistofpomp kan aangedreven worden door de distributie met behulp van een:
distributieriem
distributieketting
tandwielen
De fabrieksgegevens van een motor met klepstelplaatjes zijn: - klepspeling uitlaat = 0,25 mm - klepspeling inlaat = 0,20 mm De gemeten klepspeling van de uitlaatklep bedraagt 0,4 mm en het verwijderde klepstelplaatje is 3,20 mm dik. Het klepstelplaatje dient vervangen te worden door een plaatje met een dikte van:
3,05 mm
3,35 mm
3,30 mm
Klepstelplaatjes kunnen toegepast worden in combinatie met:
komstoters
een hoogliggende nokkenas
stoterstangen
De hartlijn van een nok ligt niet gelijk aan de hartlijn van een stoter zodat:
de klep hierdoor verdraait wordt
er minder slijtage optreedt tussen de nok en de stoter
de kans op zwevende kleppen kleiner wordt
De fabrieksgegevens van een motor met klepstelplaatjes zijn: - klepspeling uitlaat = 0,25 mm - klepspeling inlaat = 0,20 mm De gemeten klepspeling van de inlaatklep bedraagt 0,15 mm en het verwijderde klepstelplaatje is 3,20 mm dik. Het klepstelplaatje dient vervangen te worden door een plaatje met een dikte van:
3,15 mm
3,35 mm
3,25 mm
De totaal bewegende massa per klep wordt zo klein mogelijk gehouden om:
de kans op zweven zo klein mogelijk te houden
de klepveer zo licht mogelijk uit te kunnen voeren
de basiscirkel van de nok zo min mogelijk te belasten
De kans op zweven van een klep vindt vooral plaats tijdens:
het sluiten van een klep
het openen van een klep
de klepoverlap
Het sluitvlak van een uitlaatklep is groter dan het sluitvlak van een inlaatklep om:
de koeling van de uitlaatklep te verbeteren
de afdichting van de uitlaatklep te verbeteren
de vervorming van de uitlaatklep tijdens het sluiten te verminderen
Het sluitvlak van een inlaatklep is kleiner dan het sluitvlak van een uitlaatklep om:
de koeling van de inlaatklep te verbeteren
de afdichting van de inlaatklep te verbeteren
de vervorming van de inlaatklep tijdens het sluiten te verminderen
Een krukas drijft via een distributieriem één bovenliggende nokkenas aan. Het nokkenastandwiel kan uitgevoerd zijn met:
44 tanden
43 tanden
45 tanden
Een geleiderol is bij een distributieriem in de:
niet-trekkende zijde van de riem geplaatst
trekkende zijde van de riem geplaatst
trekkende en / of in de niet-trekkende zijde van de riem geplaatst
Een automatische spanrol is bij een distributieriem in de:
niet-trekkende zijde van de riem geplaatst
trekkende zijde van de riem geplaatst
trekkende en in de niet-trekkende zijde van de riem geplaatst
In de onderstaande afbeelding vindt de aandrijving vanuit de krukas plaats met:
een ketting
tandwielen
een ketting en tandwielen
Het afgebeelde verstelmechanisme in het nokkenastandwiel geeft een verstelling van:
de kleptiming
de lichthoogte
de openingsduur
In het afgebeelde verstelmechanisme vindt de verstelling plaats met behulp van:
oliedruk
luchtdruk
centrifugaaldruk
Een motor met een onderliggende nokkenas wordt een:
OHV-motor genoemd
OHC-motor genoemd
CIH-motor genoemd
In een motor bevinden zich de afgebeelde kleppen. De klep aangegeven met het cijfer "1" kan een uitlaatklep zijn wanneer de motor uitgevoerd is met:
3 kleppen per cilinder
4 kleppen per cilinder
2 kleppen per cilinder
In een motor bevinden zich de afgebeelde kleppen. De klep aangegeven met het cijfer "1" kan een inlaatklep zijn wanneer de motor uitgevoerd is met:
3 kleppen per cilinder
5 kleppen per cilinder
4 kleppen per cilinder
Een motor is uitgerust met hydraulische klepstoters. Het uitzetten van een klepsteel als gevolg van de temperatuurverhoging vindt plaats door:
de inwendige olie-lekkage in de klepstoter
de grotere kracht van de klepveer dan de stoter
het evenredig krimpen van de stoter door de temperatuurverhoging
De afgebeelde nokkenas draait, vanaf de linkerkant gezien:
rechtsom wanneer nok 1 de uitlaatnok is
rechtsom wanneer nok 1 de inlaatnok is
linksom wanneer nok 2 de inlaatnok is
Om zwevende kleppen zoveel mogelijk te voorkomen dient het zwaarste deel van een klepveer:
zo min mogelijk in beweging te komen
zo dicht mogelijk bij de bovenste veerschotel te worden gemonteerd
met zo weinig mogelijke kracht ingedrukt te kunnen worden
De motor welke het hoogste maximale toerental kan draaien is een:
OHC-motor
CIH-motor
OHV-motor
De motor welke het laagste maximale toerental kan draaien is een:
OHC-motor
CIH-motor
OHV-motor
Een klep kan tijdens het openen een versnelling ondergaan van meer dan:
1000 m/s²
100 m/s²
10000 m/s²
Van een motor is gegeven: - totale openingshoek inlaatklep = 230° - totale openingshoek uitlaatklep = 210° - de nok heeft een symmetrische vorm, lichthoogte inlaat = 10 mm, lichthoogte uitlaat = 9,5 mm Bij een motortoerental van 4000 omw / min opent de inlaatklep in:
9,58 msec
19,16 msec
8,75 msec
Van een motor is gegeven: - totale openingshoek inlaatklep = 230° - totale openingshoek uitlaatklep = 210° - de nok heeft een symmetrische vorm, lichthoogte inlaat = 10 mm, lichthoogte uitlaat = 9,5 mm Bij een motortoerental van 4000 omw / min opent de uitlaatklep in:
9,58 msec
19,16 msec
8,75 msec
Het nadeel van een hydraulische klepstoter is:
dat de massatraagheid van de klepbediening toeneemt
dat het veel onderhoud nodig heeft
dat er een hogere motoroliedruk nodig is
Van de afgebeelde nokkenas is de draairichting:
linksom
rechtsom
niet uit de afbeelding te bepalen
Wanneer de lichthoogte van de kleppen gelijk is aan de nokhoogte spreken we van:
directe klepbediening
symmetrische klepbediening
een 1 : 1 verhouding
Wanneer een motor op bedrijfstempertuur is:
kan de klepspeling van de in- en uitlaatklep gelijk zijn
zal de speling van de uitlaatklep groter zijn dan de speling van de inlaatklep
zal de speling van de inlaatklep groter zijn dan de speling van de uitlaatklep
Wanneer de lichthoogte van de kleppen NIET gelijk is aan de nokhoogte spreken we van:
indirecte klepbediening
asymmetrische klepbediening
een groter dan 1 verhouding
Wanneer de klepspeling wordt vergroot zal de:
lichthoogte van de klep toenemen
klep later openen
klepoverlap toenemen
Wanneer de klepspeling wordt verkleind zal de:
lichthoogte van de klep toenemen
klep eerder sluiten
klepoverlap afnemen
Van een klep is gegeven: - opent 20° voor BDP - sluit 46° na ODP Voor deze klep geldt dat de:
krukas 474° verdraait terwijl de klep gesloten is
nokkenas 246° verdraait terwijl de klep open staat
krukas 226° verdraait terwijl de klep open staat
Om de inwendige EGR-werking te vergroten:
dient de motor een grote klepoverlap te krijgen
zal de inlaatklep laat moeten sluiten
zal de uitlaatklep vroeg moeten openen
Afgebeeld is een hydraulische stoter. De oliedruk in ruimte "1":
is altijd gelijk aan de motoroliedruk
zal bij geopende klep maximaal zijn
is meestal begrenst op een lage oliedruk
Afgebeeld is een hydraulische komstoter. De oliedruk in ruimte "2":
is altijd gelijk aan de motoroliedruk
zal bij geopende klep maximaal zijn
is meestal begrenst op een lage oliedruk
Afgebeeld is een hydraulische komstoter. De oliedruk in ruimte "2":
is altijd hoger dan de oliedruk in ruimte 1
kan bij stilstaande motor veel hoger zijn dan de oliedruk in ruimte 1
wordt lager dan de motoroliedruk wanneer de klepsteel uit gaat zetten
Afgebeeld is een hydraulische komstoter welke een klep indrukt met een klepveer waarvan Fveer = 400 N. De oliedruk in de hogedruk-kamer bedraagt nu:
120,5 bar
79,6 bar
42,1 bar
In de onderstaande afbeelding worden tandwielen met rechte tanden gebruikt om:
de axiale krachten op de nokkenas zo klein mogelijk te houden
grotere krachten over te kunnen brengen
de spatmering voor de distributie-ketting te verbeteren
Afgebeeld is een hydraulische komstoter. Wanneer de klepsteel uit gaat zetten zal de olie weggeperst worden tussen het onderdeel:
1 en 2
2 en 3
1 en 3
Bij de afgebeelde distributie bevindt de spanrol zich aan de linkerzijde. De draairichting van de nokkenas is dan:
linksom
rechtsom
niet te bepalen
Wanneer bij een motor met hydraulische komstoters de kleppen gaan zweven bestaat de kans dat:
de hydraulische komstoters zichzelf gaan oppompen
de afdichting in de hydraulische komstoter niet meer goed werkt
de olie uit de hogedrukkamer weg kan lopen
De afgebeelde klepveer dient met zijde:
"1" tegen de cilinderkop gemonteerd te worden
"2" tegen de cilinderkop gemonteerd te worden
"1" of zijde "2" tegen de cilinderkop gemonteerd te worden
De afgebeelde klepveer dient met zijde:
"1" tegen de cilinderkop gemonteerd te worden
"2" tegen de cilinderkop gemonteerd te worden
"1" of zijde "2" tegen de cilinderkop gemonteerd te worden
Klepstelplaatjes kunnen toegepast worden in combinatie met:
rolstoters
een bovenliggende nokkenas
stoterstangen
De afgebeelde nokkenas hoort bij een:
DOHC-motor
OHC-motor
OHV-motor
De afgebeelde nokkenas bedient:
2 inlaatkleppen
2 uitlaatkleppen
2 inlaat- of 2 uitlaatkleppen
Om de kleppen te beschermen tegen inslaan is de klepzitting vaak vervaardigd uit:
stelliet
mangaan
gietijzer
Een hydraulische spaninrichting welke op het motorolie-circuit is aangesloten komt voor bij een:
ketting-aandrijving
riem-aandrijving
tandwiel-aandrijving
Afgebeeld zijn 3 klepveren. Om zwvevende kleppen te voorkomen wordt veer 1 samengevoegd met veer:
2
3
2 of 3
De distributie welke niet uitgevoerd is met een span-inrichting is een :
riem-overbrenging
tandwiel-overbrenging
ketting-overbrenging
Een met natrium gevulde klep voert de warmte van de:
klepschotel van de inlaat af naar de klepsteel
klepzitting van de uitlaat af naar de klepschotel
klepschotel van de uitlaat af naar de klepsteel
Een 4-takt motor draait met een toerental van 6000 omw / min. De inlaatkleppen zullen nu:
50 keer per sec geopend worden
100 keer per sec geopend worden
75 keer per seconde geopend worden
Een monteur wil van een V8-motor de kleppen stellen waarbij de krukas zo min mogelik moet worden verdraait. De monteur moet dan gebruik maken van een:
arbeidsdiagram
kleppendiagram
tuimelendiagram
Een motor is op bedrijfstemperatuur. De aggregatietoestand van het natrium in een gekoelde klep is nu:
vloeibaar
gasvormig
vast
Een motor is net aangeslagen vanuit de koude start. De aggregatietoestand van het natrium in een gekoelde klep is nu:
vloeibaar
gasvormig
vast
De afgebeelde motor is uitgevoerd met:
indirecte klepbediening
directe klepbediening
desmodromische klepbediening
Het smeltpunt van natrium ligt rond de:
100 °C
500 °C
1000 °C
Verantwoording
Techniek wordt niet door het onderwijs uitgevonden. Wanneer docenten in de motorvoertuigentechniek lesstof samenstellen dan
bestaat dat vaak aan het aan elkaar schrijven, technisch selecteren en herschrijven van diverse publicaties. Slechts in
beperkte mate draagt eigen onderzoek bij aan de inhoud. Waar bekend wordt de bron vermeld, maar een aantal onderwerpen / afbeeldingen
komen uit teksten waarvan de oorsprong moeilijk meer te achterhalen is. Mocht u desalniettemin zaken tegen komen waaraan u denkt
rechten te kunnen ontlenen dan verzoeken wij u contact op te nemen met de
projectcoördinator
/ webmaster.
Wij zullen deze onderwerpen dan zo snel mogelijk aanpassen.
Wij hopen echter dat u de Timloto-initiatieven van open
en gratis lesmateriaal wilt blijven ondersteunen.