LEES DEZE INSTRUCTIES EERST GOED DOOR VOORDAT JE BEGINT:
- lees de gestelde vraag en alle antwoorden aandachtig door en klik daarna op het vraagteken bij het meest juiste antwoord - indien fout beantwoord dien je alsnog een tweede antwoord te geven om te controleren wat dan wel het juiste antwoord is - de toets is beëindigd wanneer de tekst "Je bent klaar met deze toets." verschijnt - scroll hierna naar de bovenzijde van het scherm waar "Aantal goed beantwoorde vragen..." staat vermeld (druk eventueel op functieknop "F5" om daarna een nieuwe toets te maken)
Voor een parallelschakeling geldt:
Utotaal = U1 + U2 + U3 enz.
Itotaal = I1 + I2 + I3 enz
Rv = R1 + R2 + R3 enz
Voor een parallelschakeling geldt:
Itotaal = I1 = I2 = I3 enz
Utotaal = U1 = U2 = U3 enz
Rv = R1 + R2 + R3 enz
Voor een parallelschakeling geldt:
Rv = R1 + R2 + R3 enz
Rv = 1:Rv = 1:R1 + 1:R2 + 1:R3 enz
Rv = altijd groter dan de kleinste weerstand
Twee voorbeelden van een parallelschakeling in een auto zijn:
De meter welke altijd parallel moet worden geschakeld is een:
ampèremeter
voltmeter
ohm-meter
Vier even grote weerstanden staan parallel geschakeld. De vervangingsweerstand Rv van deze schakeling bedraagt 16 ohm. Elke weerstand heeft een grootte van:
Twee weerstanden R1 en R2, met een verhouding 1 : 4, staan parallel geschakeld. De aangelegde spanning bedraagt 14,0 Volt. De spanning over weerstand R1 bedraagt:
2,8 Volt
14,0 Volt
11,2 Volt
Een weerstand van 12 ohm en een weerstand van 6 ohm staan parallel geschakeld. De vervangingsweerstand Rv van deze schakeling bedraagt:
18 ohm
4 ohm
14 ohm
Een weerstand van 42 ohm en een weerstand van 6 ohm staan met elkaar in serie geschakeld. De vervangingsweerstand Rv van deze schakeling bedraagt:
5,25 ohm
48 ohm
7 ohm
Van een parallelschakeling van 3 even grote weerstanden bedraagt de vervangingsweerstand Rv 10 ohm. Elke weerstand heeft een grootte van:
30 ohm
3,3 ohm
13 ohm
Twee 12 Volt-lampen zijn parallel geschakeld en aangesloten op een spanning van 12,0 Volt. Wanneer 1 lamp doorbrandt zal dit tot gevolg hebben dat de overige lamp:
niet meer zal kunnen branden
op de volle sterkte zal blijven branden
op de halve spanning zal gaan branden
Drie even grote weerstanden R1, R2 en R3 staan parallel geschakeld. Wanneer de grootte van weerstand R2 wordt verdubbeld zal de stroomsterkte:
door alle weerstanden halveren
door alle weerstanden afnemen
door weerstand R2 afnemen
Afgebeeld is een schakeling met 2 lampen L1 en L2. Om beide lampen parallel te schakelen dienen de volgende schakelaars te worden bediend:
S1, S3 en S5
S2 en S5
S2 en S4
Voor een parallelschakeling geldt:
over de grootste weerstand staat het grootste spanningsverschil
over alle weerstanden staat hetzelfde spanningsverschil
over de laagste weerstand staat het grootste spanningsverschil
De vervangingsweerstand van 2 even grote parallel geschakelde lampen bedraagt 2 ohm. De weerstand van 1 lamp bedraagt:
4 ohm
1 ohm
3 ohm
Drie weerstanden, R1 = 2 ohm, R2 = 4 ohm, R3 = 8 ohm, staan parallel geschakeld. De stroomsterkte door R1 bedraagt 7 Ampère. De stroomsterkte door R2 bedraagt dan:
3,5 Ampère
1,75 Ampère
12,25 Ampère
Drie weerstanden, R1 = 2 ohm, R2 = 4 ohm, R3 = 8 ohm, staan parallel geschakeld. De stroomsterkte door R1 bedraagt 7 Ampère. De stroomsterkte door R3 bedraagt dan:
3,5 Ampère
1,75 Ampère
12,25 Ampère
Drie weerstanden, R1 = 2 ohm, R2 = 4 ohm, R3 = 8 ohm, staan parallel geschakeld. De stroomsterkte door R1 bedraagt 7 Ampère. De totale stroomsterkte door de schakeling bedraagt dan:
3,5 Ampère
1,75 Ampère
12,25 Ampère
Drie weerstanden, R1 = 20 ohm, R2 = 12 ohm, R3 = 60 ohm, staan parallel geschakeld. De vervangingsweerstand van deze schakeling:
is kleiner dan 12 ohm
is groter dan 60 ohm
ligt ergens tussen de 12 en de 60 ohm
Drie weerstanden, R1 = 20 ohm, R2 = 15 ohm, R3 = 60 ohm, staan parallel geschakeld en aangesloten op een voedingsspanning van 14,1 Volt. De vervangingsweerstand van deze schakeling bedraagt:
7,5 ohm
95 ohm
1,88 ohm
Drie weerstanden, R1 = 20 ohm, R2 = 15 ohm, R3 = 60 ohm, staan parallel geschakeld en aangesloten op een voedingsspanning van 14,1 Volt. De totale stroomsterkte door deze schakeling bedraagt:
7,5 Ampère
95 Ampère
1,88 Ampère
Vier weerstanden, R1 = 12 ohm, R2 = 8 ohm, R3 = 20 ohm, R4 = 16 ohm, staan parallel geschakeld. Door weerstand R1 loopt een stroomsterkte van 1 Ampère. De totale stroomsterkte door deze schakeling bedraagt:
3,1 Ampère
1,0 Ampère
4,1 Ampère
Vier weerstanden, R1 = 12 ohm, R2 = 8 ohm, R3 = 20 ohm, R4 = 16 ohm, staan parallel geschakeld. Door weerstand R2 loopt een stroomsterkte van 1,6 Ampère. De totale stroomsterkte door deze schakeling bedraagt:
3,1 Ampère
1,0 Ampère
4,1 Ampère
Vier weerstanden, R1 = 12 ohm, R2 = 8 ohm, R3 = 20 ohm, R4 = 16 ohm, staan parallel geschakeld. De totale stroomsterkte door de schakeling bedraagt 4 Ampère. De stroomsterkte door R4 bedraagt:
0,77 Ampère
0,62 Ampère
1,55 Ampère
Vier weerstanden, R1 = 12 ohm, R2 = 8 ohm, R3 = 20 ohm, R4 = 16 ohm, staan parallel geschakeld. De totale stroomsterkte door de schakeling bedraagt 4 Ampère. De stroomsterkte door R3 bedraagt:
0,77 Ampère
0,62 Ampère
1,55 Ampère
Vier weerstanden, R1 = 12 ohm, R2 = 8 ohm, R3 = 20 ohm, R4 = 16 ohm, staan parallel geschakeld. De totale stroomsterkte door de schakeling bedraagt 4 Ampère. De stroomsterkte door R2 bedraagt:
0,77 Ampère
0,62 Ampère
1,55 Ampère
Een voordeel van een parallelschakeling ten opzichte van een serieschakeling in een auto is:
bij uitval van 1 onderdeel blijven de overige delen nog werken
het totaal opgenomen vermogen is lager dan bij een serieschakeling
dat er minder zekeringen in het circuit toegepast hoeven te worden
Een nadeel van een parallelschakeling ten opzichte van een serieschakeling in een auto is:
bij uitval van 1 onderdeel blijven de overige delen nog werken
het totaal opgenomen vermogen is hoger dan bij een serieschakeling
dat alle verbruikers op dezelfde spanning staan aangesloten
Voor de afgebeelde schakeling geldt: R1 = 30 ohm, I1 = 0,5 Ampère, Itotaal = 10 Ampère.
De vervangingsweerstand Rv van deze schakeling bedraagt:
Voor de afgebeelde schakeling geldt: Rv = 5 ohm, R1 = R2 = R3, Itotaal = 3 Ampère.
De grootte van weerstand R1 bedraagt:
15 ohm
1,68 ohm
0,6 ohm
Voor de afgebeelde schakeling geldt: Rv = 0,56 ohm, R1 = R2 = R3, Itotaal = 3 Ampère.
De grootte van weerstand R1 bedraagt:
15 ohm
1,68 ohm
0,6 ohm
Voor de afgebeelde schakeling geldt: Rv = 4,5 ohm, R1 = R2 = R3, Itotaal = 3 Ampère.
De spanning over weerstand R1 bedraagt:
13,5 Volt
4,5 Volt
0,67 Volt
Voor de afgebeelde schakeling geldt: Rv = 4,5 ohm, R1 = R2 = R3, Itotaal = 9 Ampère.
De spanning over weerstand R1 bedraagt:
13,5 Volt
4,5 Volt
0,67 Volt
In een parallelschakeling, bestaande uit 4 weerstanden, wordt de waarde van 1 weerstand vergroot. Het gevolg hiervan is dat de spanning op de overige weerstanden:
gelijk zal blijven
toe zal nemen
af zal nemen
In een parallelschakeling, bestaande uit 4 weerstanden, wordt de waarde van 1 weerstand vergroot. Het gevolg hiervan is dat de stroomsterkte door de overige weerstanden:
gelijk zal blijven
toe zal nemen
af zal nemen
In een parallelschakeling, bestaande uit 4 weerstanden, wordt de waarde van 1 weerstand vergroot. Het gevolg hiervan is dat de spanning op deze weerstand:
gelijk zal blijven
toe zal nemen
af zal nemen
In een parallelschakeling, bestaande uit 4 weerstanden, wordt de waarde van 1 weerstand vergroot. Het gevolg hiervan is dat de stroomsterkte door deze weerstand:
gelijk zal blijven
toe zal nemen
af zal nemen
In een parallelschakeling, bestaande uit 4 weerstanden, wordt de waarde van 1 weerstand vergroot. Het gevolg hiervan is dat de totale stroomsterkte in deze schakeling:
gelijk zal blijven
toe zal nemen
af zal nemen
In een parallelschakeling, bestaande uit 4 weerstanden, wordt de waarde van 1 weerstand verkleind. Het gevolg hiervan is dat de totale stroomsterkte in deze schakeling:
gelijk zal blijven
toe zal nemen
af zal nemen
In een parallelschakeling, bestaande uit 4 weerstanden, wordt de waarde van 1 weerstand verkleind. Het gevolg hiervan is dat de stroomsterkte door de overige weerstanden:
gelijk zal blijven
toe zal nemen
af zal nemen
In de onderstaande schakeling loopt door R3 een stroomsterkte van 80 mA. De klemspanning Uk bedraagt dan:
17,6 Volt
4,48 Volt
26,4 Volt
In de onderstaande schakeling loopt door R1 een stroomsterkte van 8 mA. De klemspanning Uk bedraagt dan:
17,6 Volt
4,48 Volt
26,4 Volt
In de onderstaande schakeling loopt door R1 een stroomsterkte van 15 mA. De stroomsterkte door R3 bedraagt dan:
38 mA
15 mA
78 mA
In de onderstaande schakeling loopt door R2 een stroomsterkte van 35 mA. De totale stroomsterkte bedraagt dan:
35 mA
11 mA
107 mA
Verantwoording
Techniek wordt niet door het onderwijs uitgevonden. Wanneer docenten in de motorvoertuigentechniek lesstof samenstellen dan
bestaat dat vaak aan het aan elkaar schrijven, technisch selecteren en herschrijven van diverse publicaties. Slechts in
beperkte mate draagt eigen onderzoek bij aan de inhoud. Waar bekend wordt de bron vermeld, maar een aantal onderwerpen / afbeeldingen
komen uit teksten waarvan de oorsprong moeilijk meer te achterhalen is. Mocht u desalniettemin zaken tegen komen waaraan u denkt
rechten te kunnen ontlenen dan verzoeken wij u contact op te nemen met de
projectcoördinator
/ webmaster.
Wij zullen deze onderwerpen dan zo snel mogelijk aanpassen.
Wij hopen echter dat u de Timloto-initiatieven van open
en gratis lesmateriaal wilt blijven ondersteunen.