Onderwerpen:
- Algemeen
- Opbouw en werking van het smeersysteem
- Koeling
- Dry-sumpsysteem
Algemeen:
De bewegende delen in de motor moeten tijdens het draaien constant gesmeerd worden. Als de smering onvoldoende is, bijvoorbeeld door een defect aan de oliepomp, ernstige inwendige vervuiling of een veel te laag oliepeil, ontstaat er wrijving. Wrijving betekent dat onderdelen direct contact met elkaar maken en er geen oliefilm tussen beide aanwezig is. Het gevolg is dat er extra geluiden en slijtage ontstaan, waardoor de motor binnen zeer korte tijd defect is. Het smeersysteem heeft daarom één van de belangrijkste taken in de hele motor. De smerende werking wordt verkregen met motorolie.
Opbouw en werking van het smeersysteem:
De oliepomp verzorgt de toevoer van motorolie naar de componenten in het motorblok. De oliepomp zit onderin het motorblok gemonteerd en hangt, indien de motor niet voorzien is van een dry-sumpsysteem, vaak deels of helemaal in de carterpan. De oliepomp wordt aangedreven via een ketting of tandwielen die direct in verbinding staan met de krukas. In de afbeelding is te zien hoe de oliepomp (middels het onderste tandwiel) door de krukas wordt aangedreven.
Op het moment dat de krukas draait, wordt het tandwiel van de oliepomp door de ketting aangedreven. De pomp zal inwendig gaan draaien en de olie uit de carterpan zuigen. Voordat de olie in de oliepomp terecht komt, stroomt deze eerst nog door een zeef. Deze zeef houdt de grove vuildeeltjes tegen. Deze zeef is ook direct zichtbaar als de carterpan gedemonteerd is.
De olie wordt door de pomp door het oliefilter heen geperst. Vanuit het oliefilter verspreid de olie zich door diverse oliekanalen. Een aantal oliekanalen gaan naar de krukas, zodat de drijfstanglagers gesmeerd worden. De olie wordt ook door de drijfstang naar de zuiger gevoerd. De olie botst tegen de onderkant van de zuiger. Dit zorgt ervoor dat de zuiger zijn warmte af kan voeren. De warme olie valt weer naar beneden in de carterpan. Dit is in de onderstaande afbeelding te zien.
Ook lopen er één of meerdere oliekanalen naar de cilinderkop. Daar wordt de olie gelijkmatig verdeeld over o.a. de nokkenassen. Doordat er gaatjes in de leiding zitten, komt er bij alle delen van de nokkenas voldoende olie om gesmeerd te worden.
Vanaf de cilinderkop lopen er meerdere retourkanalen naar de carterpan. Hier stroomt ook de olie doorheen wanneer de olie door een persoon bijgevuld wordt. Via deze retourkanalen zakt de olie langzaam naar de carterpan.
Behalve de oliekanalen zijn er ook diverse koelvloeistofkanalen zichtbaar wanneer de cilinderkop gedemonteerd is. De olie- en koelvloeistofkanalen lopen vlak langs elkaar.
Koeling:
In de bovenstaande afbeelding is te zien dat de zuiger gekoeld wordt door de olie die door de drijfstang toegevoerd wordt. Bovenaan in de drijfstang zitten gaten om de zuigerpen in het “small end” oftewel het “bovenste drijfstang-oog” te smeren. Vanuit deze plek wordt er ook olie aan de onderzijde van de zuiger gespoten.
Er zijn ook andere manieren om de zuiger te koelen, namelijk door een gat in de drijfstangvoet of een aparte oliesproeier. Deze sproeier wordt in de afbeelding weergeven. Door dit gat in de drijfstang of de oliesproeier wordt er een oliestraal tegen de onderkant van de zuiger gespoten.
Dry-sumpsysteem:
Een dry-sumpsysteem is een onderdeel van het smeersysteem, waarbij de motor niet voorzien is van een carterpan. Bij motorfietsen, race- en rally-auto’s wordt het motorblok zo laag mogelijk boven het wegdek gehangen om een optimaal zwaartepunt te bereiken. Ook zal het een positieve invloed hebben op de aërodynamica van het voertuig, doordat de motor niet meer in de weg zit bij het vormgeven van de carrosserie. De carterpan beperkt vanwege zijn formaat de mogelijkheden. Ander voordelen zijn dat de olie niet meer kan klotsen in de carterpan als gevolg van optredende g-krachten en dat er betere koelmogelijkheden voor de olie zijn.
Om de olie op te kunnen vangen wordt gebruik gemaakt van een apart oliereservoir. Om de omlaag gestroomde olie van de motor naar het reservoir te pompen, en van het reservoir weer naar de motor de pompen, wordt er gebruik gemaakt van twee oliepompen.
De oliepomp die verantwoordelijk is voor het verplaatsen van de olie van de motor naar het reservoir dient een grotere capaciteit te hebben, omdat er vaak ook veel lucht wordt meegezogen vanaf de motor.
Het dry-sumpsysteem kent ook nadelen. Het is vrij kostbaar door de constructieve wijzigingen van het motorblok en door de systeemonderdelen. Het grootste nadeel is dat er meer kans is op lucht dat zich in de motorolie bevindt. Wanneer de rondgepompte olie luchtbelletjes bevat, levert dat lagerschade aan onder andere de krukas- en drijfstanglagers op.