Fabrikanten passen technieken toe om meer vermogen en efficiëntie uit een motor te halen. Het toevoegen van meer lucht in de verbrandingsruimte (vuldruk) verhoogt de vullingsgraad. Softwarematig kan de juiste hoeveelheid brandstof aan de vullingsgraad worden aangepast. Dit resulteert in meer energie, en dus meer koppel. Op het moment dat we de vullingsgraad en de brandstofinspuiting verhogen, zijn we bezig met tunen. De technieken die een aandeel hebben in deze optimalisatie zijn in dit overzicht weergegeven.
Bij een onjuiste brandstofhoeveelheid ten opzichte van de hoeveelheid lucht, spreken we over een te arm of te rijk mengsel. Fuel trims vormen een correctiefactor op de basishoeveelheid ingespoten brandstof. Fuel trims worden door het motormanagementsysteem gevormd en gebruikt.