Het remsysteem van een vrachtwagen werkt pneumatisch. Zowel de motorwagen (trekker) als de volgwagen (oplegger of aanhanger) worden door middel van lucht geremd en in stilstand gehouden. De luchtdruk wordt in het luchtverzorgende gedeelte opgewekt en door middel van het voetrempedaal gedoseerd naar het luchtverbruikende gedeelte doorgelaten. In het luchtverbruikende deel bevinden zich de remcilinders die via een mechanisme de remvoeringen tegen de remschijf of remtrommel drukken. In stilstand wordt de parkeerrem geactiveerd. De lucht wordt uit het systeem afgeblazen en de krachtige veren in de veerremcilinders bedienen de achterremmen. Om de remmen weer te lossen, wordt vanuit het parkeerremventiel luchtdruk naar de veerremcilinders gestuurd om de veer weer in te drukken. De remmen komen dan weer vrij.
De pagina’s over de basisprincipes van luchtdrukremmen, de luchtverzorging, bedrijfs- en hulp-/parkeerrem en de volgwagenrem worden volgens het conventionele remsysteem beschreven. Hierin vinden we nog veel componenten zoals een ALR, die we met de komst van EBS niet meer als los component onder de wagen zien.
Moderne motorwagens en trailers/aanhangers maken gebruik van het elektronische remsysteem (EBS) waarbij de rempedaalpositie wordt gemeten door sensoren en verstuurd naar de EBS-regeleenheid. Door middel van CAN-bus wordt de gewenste remvertraging naar de modulatoren gestuurd. De vooras-, achteras- en aanhangwagenmodulatoren sturen de remdruk, afhankelijk van de belading, naar de remcilinders. Het EBS-systeem heeft veel voordelen ten opzichte van het conventionele remsysteem: door de elektrische aansturing is met weinig pedaalkracht een grote remvertraging mogelijk, en er is ook een betere harmonisatie tussen motorwagen en volgwagen te realiseren.