You dont have javascript enabled! Please enable it!

Kortsluiting

Onderwerpen:

  • Defecte zekering
  • Kortsluiting in een verlichtingssysteem

Defecte zekering:
Wanneer een zekering direct doorbrandt nadat deze in de zekeringenhouder gemonteerd zit, kunnen er twee dingen aan de hand zijn;

  • De zekering heeft een te lage waarde. Als er een 5 Ampère zekering geplaatst is, terwijl de verbruiker 10 Ampère nodig heeft om te werken, zal de zekering direct kapot gaan wanneer de verbruiker wordt ingeschakeld. Er is in dit geval dus geen kortsluiting aanwezig; er dient een zekering met een hogere waarde gemonteerd te worden.
  • Er is een kortsluiting aanwezig. De zekering brandt door om het systeem te beveiligen.

Op deze pagina wordt beschreven hoe de locatie van een kortsluiting opgespoord kan worden.

Kortsluiting in verlichtingssysteem:
In een storingvrije verlichtingsinstallatie gaat de lamp branden zodra de ECU (de elektronische schakelaar) de spanning doorschakelt. Er is dan sprake van een gesloten stroomkring, dus kan er een stroom gaan lopen. In de onderstaande afbeelding (Storingsvrij) is de plus met rood en de massa met bruin aangegeven.

In de afbeelding (met de titel Kortsluiting) is de plus aansluiting van de lamp direct met massa verbonden. Deze extra draad is in de afbeelding met bruin aangegeven. In werkelijkheid liggen de draden tegen elkaar aan, waardoor beschadigingen in de isolatie van twee kabels ervoor kunnen zorgen dat deze contact met elkaar maken.
Tussen de plus en de min van de accu moet altijd een verbruiker aanwezig zijn. Dat is met deze bruine draad in de onderstaande afbeelding dus niet het geval. Zodra de plus van de accu verbonden wordt met de massa, zal de zekering doorbranden.

Het kan erg lastig zijn om een kortsluiting te vinden. De kortsluiting kan zich in een kabelboom bevinden, maar ook in de ECU of in een verbruiker. Zodra er een nieuwe zekering gemonteerd wordt, zal deze direct doorbranden. Als er vermoed wordt dat er sprake is van kortsluiting, kan dit worden opgezocht door een proeflamp in het circuit aan te sluiten.

Als proeflamp kan elke 12 volt lamp gebruikt worden die voor de verlichtingsinstallatie in de auto wordt toegepast. Ook zijn er speciale proeflampen bij automaterialenzaken verkrijgbaar. Deze proeflamp dient op de aansluitpunten van de zekering aangesloten te worden (zie het schema). De verbruiker dient ingeschakeld te worden. Zodra de proeflamp gaat branden, weet je zeker dat er een kortsluiting in het circuit aanwezig is.

Zodra de ECU inschakelt, wordt de massadraad van de proeflamp verbonden met de massa van de accu, waardoor de proeflamp gaat branden. In de storingsvrije situatie schakelt de ECU de plus door, maar in dit geval wordt de massa doorgeschakeld. Het testen met de proeflamp is niet schadelijk voor het systeem. De proeflamp is een verbruiker, dus zal de kortsluiting niet meer zorgen voor een overbelasting.

Nu er bekend is dat er kortsluiting in het systeem aanwezig is, kan de locatie van de kortsluiting worden opgezocht door stekkerverbindingen los te koppelen. In het bovenstaande schema kunnen de aansluitingen van de lamp worden losgekoppeld, maar de proeflamp blijft branden. De aansluitingen van de lamp zijn dus geen oorzaak van de kortsluiting.

Wanneer de stekker van de uitgang van de ECU wordt losgekoppeld, wordt de verbinding met massa onderbroken. De proeflamp dooft. Met behulp van het schema kan dus worden bepaald dat de kortsluiting zich in de bekabeling tussen de ECU en de lamp bevindt. Nu de locatie in het schema bekend is, kan de desbetreffende draad in de auto makkelijker gevonden worden. Het repareren van de beschadigingen, of het vervangen van een deel van de draden is vaak al voldoende.