You dont have javascript enabled! Please enable it!

Hulprem – Parkeerrem

Onderwerpen:

  • Inleiding hulprem – parkeerrem
  • Terugslagklep
  • Parkeerremventiel
  • Relaisventiel
  • Anti-optelventiel
  • Gecombineerde membraan- en veerremcilinder

Inleiding hulprem – parkeerrem:
Met de hulprem- / parkeerremhendel kan er gedoseerd worden afgeremd op de achterremmen, en wordt de parkeerstand geactiveerd. Dit gedeelte valt onder het “luchtverbruikende” gedeelte, waarvan de componenten in de onderstaande afbeelding in het groen zijn aangegeven.

Legenda hulprem / parkeerrem:

1 t/m 6: Luchtverzorging
12: Terugslagklep
13: Parkeerremventiel
14: Relaisventiel

  • Blauw: luchtverzorgend
  • Geel: luchtverbruikend
  • Groen: parkeerrem / noodrem

In het vierkringsbeveiligingsventiel (3) worden de remkringen van elkaar gescheiden. In de onderstaande afbeelding zien we de remkringen aangegeven met kleuren:

  • kring 1 (rood) is de remkring van de achterwielen;
  • kring 2 (blauw) is de remkring van de voorwielen;
  • kring 3 (groen) is de remkring van de hulprem of parkeerrem;
  • kring 4 is de remkring van de aanhanger of oplegger (niet afgebeeld).

De hulp- en parkeerrem wordt in het vierkringsbeveiligingsventiel gescheiden van de andere luchtverbruikende kringen. Luchtketel 4 dient als opslag van lucht.
Vanuit de luchtketel stroomt de lucht door het terugslagventiel (12) welke de lucht maar in één richting toelaat. Luchtstroom in de andere richting wordt geblokkeerd. De terugslagklep is met de ingang van het parkeerremventiel (13) verbonden.

De chauffeur bedient de hendel van het parkeerremventiel. De hendel zit meestal in het dashboard of naast de bestuurdersstoel geplaatst. Met de slag van deze hendel kan worden afgeremd, en bij het bereiken van de eindaanslag (om te parkeren) is alle lucht uit de veerremcilinders (11) verdwenen,  waardoor de remmen zijn geblokkeerd. Het parkeerremventiel stuurt het relaisventiel (14) aan, welke – aan de hand van de hoeveelheid lucht vanuit het parkeerremventiel – de luchtdruk vanuit het terugslagventiel doorlaat naar de veerremcilinders (11). Naast het relaisventiel vinden we soms ook het anti-optelventiel, of anders genaamd: het tweewegventiel. In de paragraaf “anti-optelventiel” wordt dit ventiel uitgelegd, dus deze wordt nog niet meegenomen in dit schema.

Terugslagklep:
Zonder luchtdruk blijven de veerremcilinders in ruststand, waardoor de remvoeringen tegen de remschijf of remtrommel worden gedrukt. Luchtdruk is vereist om de veerremcilinders te bedienen en de vrachtwagen van de remmen te laten komen. Als er lekkage optreedt in een van de andere remkringen en er een drukverlaging optreedt in kring 3, bestaat de kans dat de achterremmen gaan aanlopen.

De terugslagklep voorkomt dat lucht terugstroomt naar de ketel. In de stroomrichting (van 1 naar 2) wordt de kogel van zijn zitting gedrukt door de luchtdruk, maar in tegengestelde richting (van 2 naar 1) blokkeert de kogel de luchtstroom.

Terugslagklep
Symbool

In oudere vrachtwagens was de terugslagklep vaak een los component, maar bij modernere vrachtwagens zit hij vaak ingebouwd in een ander component, zoals in het vierkringsbeveiligingsventiel of het parkeerremventiel.

Parkeerremventiel:
Met het parkeerremventiel (ook wel noodrem- of handremventiel genoemd) kan de chauffeur de veerremcilinders van de achterremmen ontluchten en beluchten.

De volgende twee afbeeldingen tonen een tekening van de parkeerremhendel op het ventiel, met daarnaast het symbool. De coderingen geven de in- en uitgang van het ventiel aan: 1 is ingang en 21 uitgang 1. Op dit ventiel kan ook een uitgang 2 aanwezig zijn, welke wordt aangegeven met 22.

Parkeerremventiel
Symbool

In de volgende afbeelding zien we het dashboard van een Scania R730 (2010) met de parkeerremhendel naast het stuur, in het dashboard.

  • Ontlucht: zonder luchtdruk staan de remmen geblokkeerd (parkeerstand);
  • Belucht: de achterremmen gaan van de rem af (rijstand);
  • Deels belucht: tijdens het bewegen van de hendel richting de parkeerstand, daalt de druk in de veerremcilinders, en zal er worden geremd. Hoe verder de hendel richting deze stand wordt bewogen, hoe harder er wordt geremd.

In de huidige stand staat hij op de parkeerrem. Om hem van de parkeerrem af te halen, dient de hendel naar je toe te worden getrokken om deze naar boven te kantelen.

Op het moment dat de hendel omhoog is gericht, zijn de veerremcilinders belucht en kan er worden gereden.

In de volgende afbeelding zien we het mechanisme in het parkeerremventiel met daarnaast de legenda.

De chauffeur bedient de handgreep (1) door de ontgrendelknop tegen de veerkracht in naar buiten te trekken. Daarmee komt de ontgrendeling vrij, en kan de hendel – en daarmee het excentriek (2) – om zijn as worden verdraaid.

Het excentriek heeft een uit het midden geplaatste as, waardoor tijdens verdraaiing van de hendel, de stoterstang (3) tegen de veerkracht naar beneden wordt gedrukt.

De afdichtklep (4) en de onderzijde van de stoterstang (5) zorgen voor de blokkering of luchtdoorlaat tijdens de verschillende standen. In de afgebeelde toestand blokkeert afdichtklep 4 de doorgang van lucht tussen ingang (codering 1) en uitgang (21). Op het moment dat de vrachtwagen op de parkeerrem wordt gezet, ontsnapt de lucht vanuit aansluiting 21 via de de ontluchtingsaansluiting (codering 3) naar de buitenlucht.

In de onderstaande afbeeldingen is de luchtstroming te zien in de standen “rijden” en “parkeren”.

Legenda:

1. Handgreep met veer
2. Excentriek
3. Stoterstang
4. Afdichtklep
5. Onderzijde stoterstang

  • Stand rijden: de ingang 1 en 21 zijn met elkaar doorverbonden, zodat de luchttoevoer vanuit de luchtketel de veerremcilinders bereikt. De veerremcilinders worden door de luchtdruk bediend, waardoor de remmen vrij komen;
  • Stand parkeren: de lucht naar de veerremcilinders is via ontluchting 3 afgeblazen en de aanvoer via ingang 1 is afgesloten. De veerremcilinders zijn ontlucht, waardoor de remsegmenten tegen de schijf of trommel zijn gedrukt.
Stand: rijden
Stand: parkeren

Relaisventiel:
Een relaisventiel wordt voornamelijk toegepast om een snelle aanspreektijd (beluchting en ontluchting) van de remcilinders op een grote afstand mogelijk te maken. Een lange, dunne luchtleiding loopt vanuit de cabine naar de achteras om het relaisventiel te bedienen. De luchtdruk vanuit de ketels is daar al aanwezig, en kan met de stuurleiding worden doorgelaten of geblokkeerd. De werking van het relaisventiel overeenkomsten met een relais uit de elektronica: met een kleine stuurstroom kan een grote hoofdstroom worden in- en uitgeschakeld. Echter, in tegenstelling tot het elektro-relais, bepaalt de stuurdruk de mate van luchtdoorstroming vanuit de ketel naar de remcilinder.

Op meerdere plekken in het luchtdrukremsysteem kan zich een relaisventiel bevinden:

– tussen het ALR en de membraancilinders van de achterremmen;
– tussen het parkeerremventiel en de veerremcilinders van de achterremmen.

Het relaisventiel heeft de volgende aansluitingen:

  • 1 en 2: ingang en uitgang
  • 4: aansturing.
Relaisventiel
Schema

De luchtdruk op aansluiting 4 (aansturing) bepaalt hoe hoog de luchtdruk op aansluiting 2 (uitgang) zal zijn. Hoe hoger de stuurdruk, hoe hoger de uitgangsdruk.
De onderstaande afbeeldingen tonen het relaisventiel in onbekrachtigde en bekrachtigde toestand. De mate van aanstuurdruk bepaalt de positie van de plunjer die naar beneden wordt geduwd. Hoe meer de plunjer naar beneden wordt geduwd, hoe groter de opening tussen 1 en 2 zal zijn.

Relaisventiel onbekrachtigd
Relaisventiel bekrachtigd

Legenda:

1. ingang (voorraadlucht)
2. uitgang
4. aansturing

  • Groen: aanstuurdruk
  • Rood: druk vanuit ketel
  • Blauw: atmosferische druk

Anti-optelventiel:
In een luchtdrukremsysteem kan een zogenaamd anti-optelventiel, of anders genaamd: een tweewegventiel worden toegepast. Dit ventiel bevindt zich tussen de ingang van de veerremcilinders (12) en de uitgangen van het parkeerremventiel (21) en relaisventiel (2). In het onderstaande schema zien staat dit ventiel in plaats van het relaisventiel afgebeeld.

Het doel van het anti-optelventiel is om te voorkomen dat er te grote krachten op de rem werken als de bedrijfsrem en parkeerrem tegelijk worden bediend.

Stand rijden:
De parkeerrem is gelost en er wordt niet geremd. Aansluiting 12 wordt met de volle luchtdruk aangestuurd via het parkeerremventiel. De plunjer in het ventiel wordt naar beneden gedrukt, zodat aansluiting 11 wordt afgesloten en een doorgang via uitgang 2 naar de veerremcilinder heeft. De veer in de veerremcilinder wordt ingedrukt, waardoor de parkeerrem is uitgeschakeld.

Als er wordt geremd, stuurt het voetremventiel de lucht via het relaisventiel naar de membraancilinders (11) zodat de bedrijfsremmen in werking treden. De lucht van het voetremventiel staat ook op aansluiting 11 van het anti-optelventiel. De druk op aansluiting 11 is bij deelremming lager dan de druk op 12, waardoor de plunjer aansluiting 11 gesloten houdt.

Stand rijden

Stand op parkeerrem:
Op het moment dat de vrachtwagen geparkeerd staat, is zijn de groene leidingen in de afbeelding drukloos. De veer in de veerremcilinder duwt de remvoeringen tegen de remtrommel of remschijf om de vrachtwagen in stilstand te houden. De plunjer bevindt zich in de middenstand.

Stand parkeerrem

Stand op parkeerrem en bedrijfsrem:
Het parkeerremventiel heeft aansluiting 12 van het anti-optelventiel drukloos gemaakt. De veer in de veerremcilinder drukt met volle kracht de voeringen tegen de schijf of trommel aan.

Op het moment dat de chauffeur in de geparkeerde toestand remt, stuurt het voetremventiel – via het relaisventiel – aansluiting 11 van het anti-optelventiel aan. De plunjer in het ventiel wordt door de luchtdruk naar boven geduwd, zodat aansluiting 12 wordt afgesloten. Via aansluiting 2 worden de veerremcilinders belucht om de veer terug te drukken. De kracht op het remsysteem wordt hiermee niet te groot om schade te voorkomen.

Stand parkeerrem en bedrijfsrem

Gecombineerde membraan- en veerremcilinder:
Een membraancilinder is een uitvoering van een remcilinder. De energie die de toegevoerde luchtdruk levert, wordt in de membraancilinder omgezet in een beweging. Door middel van een hefboom wordt deze beweging omgezet in een kracht waarmee de remvoering tegen de remschijf of remtrommel wordt gedrukt.
De kracht waarmee de remvoering wordt aangedrukt, is o.a. afhankelijk van de hefboomverhouding en de luchtdruk in de membraancilinder. De membraancilinder wordt toegepast in de bedrijfrem. De membraancilinder is niet geschikt om te kunnen parkeren, want met uitgeschakelde motor in de parkeerstand is er (uitgaande dat de ketels niet meer gevuld zijn) geen luchtdruk beschikbaar om de remvoeringen tegen de schijf of trommel te drukken. Daarom zien we bij vrachtwagens een veerremcilinder voor de parkeerrem, welke vaak is gecombineerd met de membraancilinder voor de bedrijfsrem.

In de afbeelding hiernaast zien we twee remklauwen met daaronder twee types remcilinders:

  • links: membraancilinder van de vooras.
  • rechts: membraancilinder met daaronder de veerremcilinder van de achteras.
Membraan en veerremcilinders
Symbool veerremcilinder

De onderstaande afbeelding toont een gecombineerde membraan- en veerremcilinder. Nummer 1 geeft de luchtaansluitingen aan waarmee de luchtkamers A (parkeerrem) en B (bedrijfsrem) worden belucht en ontlucht.

  • Linker gedeelte: hier bevinden zich de componenten van de noodrem en parkeerrem. De krachtige veer (3) drukt het membraan (2) en de rode stang (6) naar rechts, waardoor de hefboom in de stand “parkeren” komt te staan. In rust drukt de veer via het mechanisme de remvoeringen tegen de remschijf of remtrommel;
  • Rechter gedeelte: het membraan (4) en de veer (5) worden in de geparkeerde toestand in de uiterst rechtse positie gedrukt om de drukstang de uitgaande beweging te laten maken.

In de geparkeerde toestand is er geen luchtdruk aanwezig in kamers A en B. Hier heerst de atmosferische druk.

Legenda:

1. Luchtaansluitingen veerrem (links), membraan (rechts);
2. Membraan parkeerrem
3. Krachtige veer parkeerrem
4. Membraan bedrijfsrem
5. Veer bedrijfsrem
6. Drukstang
7. Hefboom

A. Luchtkamer om parkeerrem te lossen
B. Luchtkamer om bedrijfsrem te bedienen

Parkeerrem lossen:
Om de parkeerrem te lossen, beweegt de chauffeur het parkeerremventiel naar de rijstand. Het parkeerremventiel stuurt de luchtdruk van ongeveer 5,5 bar naar de veerremcilinder. Luchtkamer A wordt gevuld.

In de afbeelding zien we dat luchtkamer A lichtblauw is gekleurd. Doordat de veer van de parkeerrem is ingedrukt, duwt de veer van de bedrijfsrem de regelstang naar links. De hefboom kantelt hiermee in de richting waarmee de remvoeringen vrij komen van de schijf of trommel.

In deze positie is de veerremcilinder belucht, is de rem vrij en kan het wiel rollen.

Parkeerrem los

Bedrijfsrem bedienen:
Tijdens het rijden blijft de kamer van de veerremcilinder belucht. Om gedoseerd te remmen, bedient de chauffeur het voetremventiel, waarmee luchtdruk wordt toegelaten tot de rechter kamer. Hierdoor wordt het membraan tegen de veerkracht in naar rechts gedrukt, terwijl de regelstang zich ook naar rechts verplaatst. In deze positie, zoals afgebeeld, wordt er maximaal geremd.

Bedrijfsrem bediend

Parkeerrem bedienen:
De chauffeur bedient de parkeerremhendel om de veerremcilinder terug te brengen naar de parkeerstand. Bij een stilstaande vrachtwagen kan de hendel in één vloeiende beweging in deze positie worden geplaatst. In het geval van een storing in de bedrijfsrem kan de chauffeur tijdens het rijden de parkeerremhendel geleidelijk bewegen om de veerremcilinder meer of minder aan te drukken.

Wanneer de parkeerremhendel naar de “parkeren” stand wordt gebracht, laat dit de luchtdruk uit de linker luchtkamer ontsnappen. De veer duwt de regelstang maximaal naar rechts, waardoor de remvoeringen stevig tegen de schijven of trommels worden gedrukt.

Parkeerrem bediend

Zonder luchtdruk kan de parkeerrem in principe niet worden gelost. Om het wiel toch te kunnen laten rollen, bevindt zich aan de achterzijde van de veerremcilinder een spindel. Met gereedschap (ratel met een dop) kan de spindel worden verdraaid om de veer met de hand te ontspannen.

Gerelateerde pagina: