Onderwerpen:
- Geschiedenis
- Werking
Geschiedenis:
De G-lader werd in 1905 uitgevonden door de Fransman Le Creux. Toen Volkswagen besloot om vermogen te bereiken d.m.v. superchargers, gingen ze verder met het doorontwikkelen van het concept van Le Creux. Er werden ongeveer 400 verschillende uitvoeringen ontwikkeld voordat VW de oude generaties van de G-lader ontwikkelde (Golf / Corrado / Polo G40 en G60).
Werking:
De G-lader is een mechanische compressor die via de krukas wordt aangedreven. Het voordeel is dat de compressor al werkt wanneer het gaspedaal wordt aangeraakt; in tegenstelling tot de turbo die eerst door de uitlaatgassen op gang moet komen. De G-lader heeft dus een zeer snelle aanspreektijd. De bestuurder heeft daardoor het gevoel te rijden met een motor met veel grotere cilinderinhoud.
Een G-Lader is van binnen een dubbel spiraalvormige kamer (slakkenhuis). De aangevoerde lucht die in de linker buitenste spiraalvormige kamer van de G-Lader aankomt, wordt door de luchtverdringer dmv een excentrische beweging door de rechter buitenste spiraalvormige kamer met een standaard druk van 0,7 bar afgevoerd naar de intercooler. De temperatuur van de lucht kan door het comprimeren namelijk oplopen tot 100 graden Celcius. De intercooler koelt het dan af tot ca. 65 graden. De afgekoelde lucht wordt vervolgens naar het inlaatspruitstuk geperst.
De werking van het comprimeren van de lucht wordt door door de animatie weergegeven.
Een G-lader moet ongeveer om de 50.000 km worden gereviseerd. Het is door Volkswagen uit de productie genomen vanwege de kwetsbaarheid (vuildeeltjes in de inlaatlucht), onderhoudsgevoeligheid en de hoge reparatiekosten. Een roots-compressor is een beter alternatief wat door de autofabrikanten tegenwoordig nog regelmatig wordt toegepast.
In de onderstaande afbeelding staan alle onderdelen van een uit elkaar gehaalde G-lader weergeven. Daaronder staan twee afbeeldingen van een gereviseerde G-lader.
1: Dichtingslijsten lang.
2: Dichtingslijsten kort.
3: Bouten uit de behuizingen.
4: Borgringen
5: Keerringen (afdichting van de oliekanalen).
6: Uitlaathuis
7: Aanzuighuis
8: Keerringen
9: Balansas
10: Paspen
11: Hoofdas
12: Verdringer
13: Lagers van de hoofdas
14: Contragewicht
15: Getande riem
16: Tandwielen van hoofdas en balansas
17: Veerlijsten
