You dont have javascript enabled! Please enable it!

Balanceren

Onderwerpen:

  • Onbalans
  • Balanceren
  • Hoeveelheid onbalans
  • Lood

Onbalans:
In elke band, of dat deze nieuw of oud is, zitten kleine onregelmatigheden. De band is altijd iets zwaarder aan de ene kant als aan de andere kant. Als gevolg van de onregelmatigheden in de band ontstaat er een onbalans tijdens het rijden, doordat er radiale krachten ontstaan (vanuit het midden naar buiten). Deze onbalans is te merken aan het trillen van het stuurwiel of de gehele auto.

Er zijn 2 verschillende soorten onbalans; statisch en dynamisch onbalans. Bij statisch onbalans beweegt de band op- en neer, doordat het gewicht aan bijv. de bovenkant van de band hoger is dan aan de onderkant. De krachten op de rollende band zijn daarbij niet gelijkmatig. Bij een stijgend toerental zal ook de kracht van de onbalans groter worden. De trilling wordt daarmee ook steeds groter. Bij statisch onbalans zal de auto vooral in zijn geheel trillen.
Bij dynamisch onbalans beweegt de band meer van binnen naar buiten, wat een slingerend effect geeft. Dit is vooral in het stuurwiel voelbaar, wanneer deze heel snel van links naar rechts beweegt. Ook zal de trilling bij hogere snelheid steeds groter worden.

Balanceren:
Na montage van de band op de velg moet het complete wiel gebalanceerd worden. Het wiel wordt op een balanceermachine gezet, welke exact kan bepalen waar de onregelmatigheden in de band zitten en hoe groot deze zijn. Door een loodje aan de aangewezen kant van de velg te slaan of te plakken wordt deze onbalans opgeheven. Op het scherm staat aan de linkerkant hoeveel lood er aan de binnenkant van de velg geplakt moet worden, en rechts natuurlijk aan de rechter kant. Door het wiel te verdraaien tot op de positie waar het apparaat het aangeeft, kan het lood op de velg aangebracht worden.
Door de kap opnieuw te sluiten, gaat het wiel weer draaien en wordt opnieuw het onbalans gemeten. Op het scherm moet nu zowel links als rechts 0 te zien zijn. Is er opnieuw onbalans (van bijv. 5 of 10 gram) betekent het dat er niet goed gebalanceerd is en moet eigenlijk het eerder aangebrachte lood verwijderd worden en opnieuw gebalanceerd worden. Anders zou het “te veel aangebrachte lood” ook weer onbalans veroorzaken en vervolgens ook weer gecompenseerd moeten worden.
Wanneer de velg schade heeft, of krom is, is er soms geen andere optie om op een aantal plekken lood aan te brengen, omdat er dan op diverse plekken onbalans zit. Een kromme velg is in de meeste gevallen wel tot 0 gram onbalans te krijgen, maar deze zal toch altijd een trilling in de auto veroorzaken door de hoogteslag die het wiel dan maakt.

Hoeveelheid onbalans:
Een normaal wiel heeft meestal tussen de 10 en 30 gram onbalans. Het komt een enkele keer voor dat het wiel totaal geen onbalans heeft, omdat de band per toeval op precies de goede positie van de velg is gemonteerd. Met de afwijkingen in de band worden de afwijkingen in de velg precies compenseerd. Dit punt wordt bij moderne balanceermachines opgezocht.
Wanneer een wiel meer dan 50 gram onbalans heeft, is het verstandig om de band t.o.v. de velg te verdraaien. Wanneer de velg namelijk zelf ook een afwijking heeft die exact op het zelfde punt ligt als de band, wordt hierdoor het onbalans versterkt. Door de band te verdraaien, kan de onbalans tegen elkaar opgeheven worden. Het beste is om de band de eerste keer een halve slag te draaien. Is het dan niet verbeterd, of zelfs erger, draai dan de band een kwart slag. Wanneer het onbalans nu nog te hoog is, kan de band nogmaals een halve slag gedraaid worden (nu heeft de band 4 verschillende posities op de velg gehad). Bij een te veel aan onbalans op alle 4 de posities kan er getwijfeld worden aan de kwaliteit van de band of velg. Een afwijking aan de velg is meestal wel te zien tijdens het draaien; de slingering is snel te herkennen.

Lood:
Eigenlijk is het ‘lood’ dat gebruikt wordt om te Onbalans van de wielen geen echt lood meer, maar zink. Dit is veel milieuvriendelijker en goedkoper. Ondanks dat, wordt het nog steeds lood (of balanceergewicht) genoemd.
Er bestaan 2 soorten lood; slaglood en plaklood. Slaglood word altijd gebruikt op stalen velgen. Het loodje wordt dan op de velgrand geslagen.
Ook lichtmetalen velgen hebben aan de binnenkant vaak een speciale velgrand waar lood op geslagen kan worden. Dit zie je normaal gesproken toch niet en is goedkoper dan plaklood. Slaglood voor lichtmetalen velgen is wel wat anders dan voor stalen velgen; de haak aan het loodje is breder en groter dan die van een stalen velg.
Elk gewichtje heeft zijn eigen gewicht. Hoe hoger het gewicht is, hoe groter het formaat is. De loodjes hebben een gewicht van 5 tot 60 gram, in stappen van 5.

Plaklood wordt altijd bij lichtmetalen velgen gebruikt. Het lood wordt in de velg geplakt. Plaklood is soms per gewicht (van 5 gram tot 60 gram in stappen van 5) of het zijn strips die op maat afgescheurd moeten worden. (1 blokje is 5 gram, dus voor 20 gram zijn er 4 blokjes nodig).

Slaglood
Plaklood