De interieurventilator verplaatst buitenlucht het interieur binnen. De inzittenden van het voertuig kunnen de temperatuur regelen door de lucht te verwarmen of te koelen. Dit laatste is mogelijk wanneer het voertuig is uitgerust met airconditioning. Vandaag de dag zijn bijna alle personenauto’s en bedrijfsauto’s standaard voorzien van airconditioning. Het werkingsprincipe van airconditioning is gebaseerd op de toestandsveranderingen van het koudemiddel, waarbij het in verschillende delen van het systeem overgaat van damp naar vloeistof en vice versa. Tijdens de faseovergang van vloeistof naar damp (verdampingsproces) wordt warmte opgenomen, waardoor de binnenstromende lucht wordt gekoeld en een verfrissend effect ontstaat in het interieur.
Al in 1939 paste het automerk Packard als eerste autofabrikant airconditioning toe in een auto. Vanaf de jaren ’60 werd de airconditioning populair in Amerikaanse auto’s en vanaf de jaren ’90 ook in Europese auto’s. Bijna alle auto’s die momenteel worden geproduceerd worden standaard uitgevoerd met airconditioning.
De onderstaande tegels tonen de verschillende processen en onderdelen die deel uit maken van de airconditioning. Op de pagina “Airconditioning inleiding” wordt de globale werking van het airconditioningssysteem beschreven. De onderwerpen die via de andere tegels kunnen worden aangeklikt, gaan dieper in op het onderdeel waarbij de verschillende uitvoeringen en eventuele storingssymptomen worden beschreven.